De tekst voor deze meditatie is gericht op vaders. Terwijl u misschien wel vader of moeder bent, maar dat is even niet de rol waarop u nu aangesproken wordt. U bent betrokken bij christelijk onderwijs, hoe dan ook en waar dan ook. Kun je in die hoedanigheid ook iets met Efeze 6:4?
Laat ik eerst een groot misverstand wegnemen: schoolleiders en leerkrachten zijn geen vaders. Alsjeblieft niet. Is het niet één van de misstanden in de gereformeerde gezindte dat ouders de (geestelijke) opvoeding al te veel aan de meester en juf overlaten? Scholen moeten het hunne doen, maar zijn bepaald geen concurrenten van thuis. Want binnen de (jawel, dat is het ideaal!) veilige bedding thuis vindt de belangrijkste vorming plaats. Daar wordt het grootste stempel op de kinderen gedrukt.
Ondertussen spreken we wel van verweesde generaties (R. Toes) die opgroeien in een vaderloze maatschappij. Dat is ook een realiteit. En of we willen of niet, als school moet je daar wat mee. Daar is veel over te zeggen, maar ik wil het maar inkleuren aan de hand van Efeze 6:4, een woord dat dan opeens actueel wordt in de onderwijscontext. Verwek de leerlingen die de Heere aan je zorgen heeft toebetrouwd niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren.
Wat betekent dat concreet? Drie dingen:
- Terg de leerlingen niet. In de woorden van Efeze 6:4: verwekt uw kinderen niet tot toorn. Dat staat in de Bijbel omdat de Heere als de grote Schepper de kinderen het beste kent – zelfs beter dan wij hen kennen. Hij weet dat het funest is om hen moedeloos te maken met tal van wetjes en regeltjes die nergens toe doen. Wat een verleiding om de leerlingen in onze paadjes te laten lopen, terwijl dat echt niet per se Gods paden zijn! Hoe meer we van hen eisen, hoe meer ze ervaren dat ze aan die hoge eisen niet kunnen voldoen. Getergd als ze zijn, kunnen ze zomaar opstandig worden. Ze zullen constateren dat de dienst van God een harde dienst is. Ze zullen redeneren: als mijn meester/juf zo is, dan is de hemelse Vader ook zo! Wat kunnen we door een onevenwichtige opvoeding een Bijbels Godsbeeld in de weg staan. Met verschrikkelijke gevolgen. Nee, zegt Paulus, terg uw kinderen niet. Dat is geen christelijke opvoeding. Maar wat is dat dan wel? Dat legt Paulus ook uit.
- Disciplineer de leerlingen. Dat is het eerste wat Paulus zegt over de christelijke opvoeding. Het Griekse woord dat vertaald is met ‘lering’ betekent letterlijk ‘tucht’. Tucht is niet populair. Vaders willen graag ‘een grote vriend’ van hun zoon of dochter zijn, terwijl ze moeite hebben om hen te straffen. Zonder discipline gaat het echter niet. Om in de maatschappij te kunnen functioneren, zullen onze kinderen geleerd moeten hebben wat grenzen zijn. Complimenteren? Goed en nodig! Toch is disciplineren evenzeer nodig. Maar er is meer. Hoe kunnen ze de Heere dienen zonder gevormd te zijn in het wandelen in Zijn wegen? Als er op scholen geen tucht meer is, worden de leerlingen bedorven voor het leven. Ook dan wordt het Godsbeeld van de kinderen verminkt. Want God vindt niet alles best. Nee, laten we niet bang zijn voor het terechtwijzen van onze leerlingen. Als we het maar niet doen uit boosheid, maar uit liefde. Gedrongen door de liefde van Christus, de Heere. In het besef dat Hij de Heere is van ons leven en ook van dat van hen die Hij aan onze zorgen heeft toebetrouwd. Die liefde proeft een kind echt wel!
- Onderwijs de leerlingen. Opvoeden moet met de daad, maar zeker ook met het woord. Paulus spreekt over de ‘vermaning des Heeren’. De Heere, dat is hier de Heere Jezus. Wie Hem door genade heeft leren kennen als Verzoener van zijn zonden wil toch over Hem spreken met de jongens en meisjes? Wat een prachtige taak, om dagelijks met hen te spreken over Christus! Niet alleen bij het vertellen van het Bijbelverhaal, maar ook gewoon als je biologie of geschiedenis geeft. Voor een christelijke leerkracht blijft het daar echter niet bij. Vóór de start van de schooldag ben je toch al bij God geweest? En heb je met God over je leerlingen gesproken? ‘Heere, houd U hen vast, neem hen bij de hand, vernieuw hen, maak hen tot Uw kind!’
Ik realiseer me dat de lat hoog ligt. Wie zijn wij? En wat voor kinderen hebben we te onderwijzen? Zondige mensen leiden zondige kinderen. Is dat niet de blinde die de blinde leidt? Maar voor blinde mensen is er hoop. Want Christus is actief “om te openen de blinde ogen” (Jesaja 42:7). En de HEERE belooft: “Ik zal de blinden leiden door den weg, dien zij niet geweten hebben” (Jesaja 42:16). Dan kun je verder!
Ds. T.A. Bakker, predikant HHG Giessendam-Neder-Hardinxveld en Sliedrecht