Home / Meditatie: Gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken

Meditatie: Gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken

En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken. Deuteronomium 6:7a

De ware godsdienst is een zaak van het hart. Is uw godsdienst al waar? Dan is er het Godswonder gebeurd dat ons dode, harde en vijandige hart wedergeboren is. Het hart stuurt ons denken, ons doen en laten, onze handel en wandel, onze levenswijze en levensstijl. Wat voor hart hebben we dan? Is het, door genade alleen, al onderworpen aan de enige Bron, Die zuiver is?

Zo zal ook het ware onderwijs een zaak van het hart dienen te zijn. Dat openbaart de HEERE Zelf in Zijn Woord: “En gij zult ze uw kinderen inscherpen.” Een heilige opdracht voor onheilige mensen! Een onmogelijk werk aan onze kant. Voordat we met deze heilige opdracht maar aan de slag gaan en al onze vaardigheden er tegen aan gooien om een keurige prestatie neer te zetten en tevreden naar met onszelf weer naar huis kunnen: voelt u dat weleens? Het is onmogelijk! Ik kan het niet, ik heb dat niet, ik wil het zelfs niet… En wat werkt dat dan uit? Is het schuld voor God geworden, zelfs dat we ertoe opgeroepen en opgescherpt moeten worden? Maar ook dat we het hebben gekund en gewild, in het paradijs? En we nu zonder de HEERE niets meer kunnen? Hebben we persoonlijk en in onze arbeid onze verdorvenheid tot in de kern leren kennen? De noodzaak van genade als voor een doodschuldige voor het recht Gods? Een Borg voor onze schuld nodig gekregen? En geleerd buiten verzoening met God niets te kunnen? De Geest van Christus onmisbaar nodig te hebben in alle dingen, juist ook in het onderwijzen?

Mozes, de oude knecht des HEEREN, roept, onder de inspiratie van de Geest des Vaders en des Zoons, het volk op hun kinderen op te voeden in de lering en vermaning des Heeren. De ouders hadden bij de besnijdenis beloofd de Woorden Gods aan hun kinderen bekend te maken. Het waren immers in de eerste plaats Adamskinderen. Geen reine, noch gehoorzame kinderen, zoals de tweede Adam, de Heere Jezus Christus was. Ze zijn onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Het Woord is het zaad der wedergeboorte, door de krachtige werking van de Heilige Geest. Dat Woord Gods, door de Geest alleen kon hen inwinnen en overwinnen onvoorwaardelijk aan de dienst des HEEREN verbonden te zijn en te blijven. Dat was te meer nodig als ze straks in Kanaän wonen. Hoe groot zouden dan de verleidingen tot zonde zijn. Hoe groot was het gevaar dat de grenzen die de Heere had aangewezen, uitgewist zouden worden. Vandaar deze oproep tot Bijbelse opvoeding en Bijbels onderwijs.

Zou deze opdracht na zovele eeuwen veranderd zijn? De belofte van de ouders bij de Heilige Doop anders zijn? Ligt het niet in veel statuten van scholen verankerd en liggen de beloften voor het onderwijzen niet voor Gods Aangezicht? Leer en leven overeenkomstig Gods Woord inscherpen is nog steeds heilige eis. Hoe nodig is de opscherping tot deze opdracht in deze tijd, onder dit volk. Wij leven in een boos, van God afkerig land. De machten uit de afgrond bundelen zich als het ware. Er zijn de geestelijke boosheden in de lucht. Openlijk en driest vertoont satan zijn invloedssfeer via de moderne media, streamingsdiensten, in bioscopen en theaters, bij muziek, film en sport, in overdadige welvaart. De wereldse levensstijl in kleding, gedrag en wijze van doen dringt diep in de harten en levens van ons allen door. Hoeveel ruimte is er voor de Heere en Zijn dienst? Hoeveel ruimte is er nog voor Zijn Woord en haar geboden en normen? Het lijkt wel of alle grenzen met een godde-loze wereld uitgewist moeten worden.

En dan deze opdracht. Een heilige en rechtvaardige eis, waar de HEERE recht op heeft. Hij is het ook waardig om met alles wat in ons is te staan naar de vervulling. Inscherpen dat ze wedergeboren moeten worden. Dat zonde Godonterende zonde is. En genade Godverheerlijkende genade is. De eer van God, op het hoogst verheerlijkt in Christus voldoenende arbeid, is het eerste wat wegen mag. Het heil van zielen, ook al worden ze op het diepst vernederd onder het Goddelijke recht, kan dan niet achterblijven. Waarschuwingen evenzeer als liefdeslokkingen kunnen niet achterweg blijven. En met het gebed om genade en de werking van Zijn Geest weer huiswaarts.

“Zij komen aan, door Godd’lijk licht geleid,
Om ’t nakroost, dat den Heer’ wordt toebereid,
Te melden ’t heil van Zijn gerechtigheid
En grote daden.”

Ds. D.C. Flapper