Ogenschijnlijk wordt de vrijheid van onderwijs ongemoeid gelaten, suggereerde hij daarmee, maar ondertussen holt het kabinet die vrijheid fors uit. Genoemde wet geeft de minister van Onderwijs namelijk ‘bijna onbeperkte mogelijkheden om het schoolbestuur opzij te schuiven als zich ergens een probleem voordoet’, stelde Bisschop afgelopen donderdag tijdens het Kamerdebat over de wet.
En dat moet de minister helemaal niet willen, vervolgde hij: ‘Natuurlijk moet de overheid altijd optreden als de wet niet wordt nageleefd, maar dat gebeurt gewoon via het reguliere toezicht van de inspectie. Zij heeft daar ook goede instrumentaria voor. Het gebeurt in eerste instantie niet door bestuurlijk ingrijpen van de minister. De rol van interim-bestuurder past de minister niet.’
Incident
Met de gewraakte wet wil minister Wiersma van Onderwijs sneller kunnen ingrijpen bij scholen waar de onderwijskwaliteit of de veiligheid van leerlingen niet op orde is. De wet is opgesteld door zijn voorganger Slob. Op diens voorstel kwam stevige kritiek van de Raad van State. Daarop paste Slob de wet aan. Wiersma heeft die aanpassingen recent weer ongedaan gemaakt.
Als het aan hem ligt, kan niet alleen een ernstige, maar ook een kleine overtreding die lang voortduurt leiden tot een aanwijzing (een direct ingrijpen door de minister). Ook kan een enkel incident op het gebied van veiligheid of burgerschap tot hetzelfde gevolg leiden, waar voorheen nog sprake moest zijn van structurele problemen. Daarnaast kan een redelijk in plaats van een ernstig vermoeden van een misstand aanleiding zijn tot het geven van een nog ingrijpender spoedaanwijzing.
Artikel 23 begrenzen
D66-Kamerlid Van Meenen zei dat de wet bedoeld is om artikel 23 te ‘begrenzen.’ De vrijheid van onderwijs ‘is weliswaar een groot goed’, aldus de sociaal-liberaal, ‘maar geen vrijbrief voor slecht of onveilig onderwijs.’
Tegenover Bisschop ontkende Van Meenen echter dat artikel 23 nu ‘in ernstige mate of überhaupt wordt aangetast.’ Dat wil de coalitie juist ‘voorkomen’, legde hij uit, door met deze wet te komen. ‘Wij willen gewoon in lagere wetgeving zeggen: dit en dat staan we niet toe.’ De politiek moet kunnen ingrijpen bij incidenten op scholen ten behoeve van de veiligheid van leerlingen.
Minister Wiersma zette zijn wet in hetzelfde licht: ‘Juist omdat de discussie over artikel 23 zo gevoelig is, moeten we het onszelf gunnen dat we een heel goed instrumentarium hebben, zodat we niet welke week in het bakje van artikel 23 lopen en terechtkomen in een loopgravenoorlog over een wijziging van artikel 23. Daar gaan jaren overheen en daar is niemand in het onderwijs mee geholpen.’
De wet tast de vrijheid van onderwijs aan
Groot ongemak
ChristenUnie-Kamerlid De Graaf liet zich echter niet zomaar door haar coalitiecollega Van Meenen en door de bewindsman overtuigen. In het licht van de grondwettelijke onderwijsvrijheid is de wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs ‘best een spannende wet’, gaf ze aan.
Haar partij ervaart ‘heel groot ongemak’ bij de inhoud die de wet heeft gekregen. Ze snapt best dat de minister zoekt naar manieren om situaties van wanbeheer op scholen sneller op te lossen of onveiligheid bij leerlingen eerder aan te pakken. ‘Maar ingrijpen daarbij moet altijd noodzakelijk en proportioneel zijn.’ Door de laatste aanscherpingen is de voorgestelde wet niet evenwichtig meer – en daarom, markeerde ze – kan de ChristenUnie er in deze vorm ook niet mee instemmen.
De andere christelijke coalitiepartij, het CDA, zit er net zo in. In het regeerakkoord is inderdaad vastgelegd dat de wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs er komt, erkende CDA-Kamerlid Peters. Dat juicht hij ook toe: ‘We moeten kunnen ingrijpen als er iets aan de hand is op scholen.’ Maar Peters is bang dat de wet in zijn huidige vorm leidt tot ‘incidentenpolitiek.’ En hij wil dat ‘die angst gewoon weggehaald wordt.’
Nashvilleverklaring
D66’er Van Meenen memoreerde in zijn debatbijdrage enkele ‘gevallen in het onderwijs waarbij het totaal is misgegaan.’ Als voorbeeld noemde hij onderwijsbestuurders die de Nashvilleverklaring ondertekenden ‘waarin staat dat goede christenen homoseksualiteit altijd dienen af te wijzen.’ Verder verwees hij naar scholen met identiteitsverklaringen ‘waarbij ouders en leerlingen afstand moesten nemen van het homohuwelijk.’ Ten derde dacht hij aan de Gomarus scholengemeenschap in Gorinchem – die school zou LHBTI-leerlingen hebben gedwongen voor hun geaardheid uit te komen.
‘In al deze situaties stonden wij, de overheid, met de handen op de rug, omdat we niet snel en goed genoeg konden ingrijpen’, constateerde Van Meenen. ‘Deze wet maakt daar een einde aan en geeft de ministers instrumenten om te kunnen ingrijpen als het duidelijk niet goed gaat.’
Westerveld (GroenLinks) en Kwint (SP) vroegen Wiersma of de nieuwe wet in het geval van de Gomarus inderdaad verschil had gemaakt. Nee, viel uit Wiersma’s reactie op te maken. ‘Bij de Gomarus heeft de inspectie herstelopdrachten gegeven. Dat is en blijft stap één in het proces. Het bestuur heeft de herstelopdrachten inmiddels uitgevoerd.’ Daarmee is verder ingrijpen niet nodig, aldus de minister, ‘al blijven we de school natuurlijk wel in de gaten houden.’
Pas als de school zou hebben geweigerd om in actie te komen en zijn beleid aan te passen, ‘dan had ik met dit wetsvoorstel kunnen ingrijpen.’ Maar, erkende hij: ‘Dan had ik overigens ook met het huidige instrumentarium al in veel gevallen kunnen ingrijpen.’
Macht vergroten
Samen met andere profielorganisaties heeft de VGS voorafgaand aan het debat een duidelijk signaal afgegeven aan de Tweede Kamer. In een brief aan alle onderwijswoordvoerders – die mede is voorbereid door en van harte wordt ondersteund door de VBSO – maakten de organisaties duidelijk dat wat ons betreft nut en noodzaak van de wet niet is aangetoond en dat het ontbreekt aan voldoende rechtsbescherming van scholen.
De wet tast de vrijheid van onderwijs aan, vinden wij. ‘Het is niet passend dat de minister een grondrecht aangrijpt als basis om zijn macht en invloed te vergroten, terwijl juist grondrechten dienen om de burger te wapenen tegen die machtige overheid.’
De Tweede Kamer wil het debat over de wet voor de zomervakantie afronden. Daarna is de Eerste Kamer aan zet.
Meer lezen?
- Het complete debat kunt u teruglezen op de website van de Tweede Kamer, evenals een samenvatting daarvan (met link naar het wetsvoorstel).
- Zie deze nieuwsberichten over het debat in het RD en in het ND en dit interview met minister Wiersma in Trouw.
- Zie deze nieuwsberichten op de websites van Verus en VOS/ABB.
- Zie onze eerdere nieuwsberichten over deze wet: