Onafhankelijkheid
De meeste wijzigingen zijn gericht op het tegengaan van belangenverstrengeling en het bevorderen van transparantie. Zo wordt nog strikter vastgelegd dat een lid van een schoolbestuur niet gelijktijdig de functie van intern toezichthouder kan vervullen bij een andere organisatie in dezelfde sector. Ook kan een schoolbestuurslid niet tegelijkertijd lid zijn van een intern toezichthoudend orgaan bij een organisatie in een aanpalende onderwijssector in hetzelfde voedingsgebied. Hier en daar komt het bijvoorbeeld voor dat een bestuurder van een basisschool toezichthouder is bij een middelbare school in de omgeving. Dit is dus niet langer in overeenstemming met de code Goed Bestuur. Voorgaande is ook omgekeerd van toepassing voor intern toezichthouders. Zij mogen dus geen bestuurdersfunctie vervullen bij een andere organisatie in dezelfde sector of in een aanpalende onderwijssector in hetzelfde voedingsgebied. Verder mogen toezichthouders ook geen toezichthouder worden bij een andere organisatie in dezelfde of aanpalende onderwijssector in hetzelfde voedingsgebied. Overigens hebben deze nieuwe regels over onverenigbaarheid van functies van bestuurders en toezichthouders geen betrekking op samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs.
Tenslotte mag een (oud)toezichthouder binnen uw school voor een periode van vier jaar niet benoemd worden als bestuurder van dezelfde organisatie. Dat betekent ook dat een toezichthoudend bestuurslid geen directeur op dezelfde school kan worden.
Beperkte zittingsduur
Een ander belangrijk punt is de maximering van de zittingsduur van een lid van het intern toezichtsorgaan. Deze wordt middels deze code gemaximeerd op acht jaren. Dit is niet uniek voor het primair onderwijs. Ook in het voortgezet onderwijs geldt deze maximering. Het is ook niet onlogisch om kritisch te kijken naar de zittingstermijn van bestuursleden. Niet zozeer vanwege de termijn als zodanig, wel vanwege de effecten die dit kan hebben in besturen. Tegelijk vinden we de nu voorgeschreven maximumtermijn te rigide. De VGS hecht aan voldoende continuïteit in de besturen. Zowel vanwege de benodigde opbouw van deskundigheid, als voor de stabiliteit in het bestuursproces. In de praktijk zien we nog al eens dat een aantal bestuursleden voor het verstrijken van de acht jaar al vertrekt en dat aan de andere kant de langer zittende bestuursleden voor continuïteit en stabiliteit zorgen.
Afwijken van de code?
Via de ‘pas toe of leg uit’-mogelijkheid kan een bestuur gemotiveerd van de maximumtermijn afwijken. Wel is nodig om dit te motiveren in het jaarverslag of in het bestuursdocument waarnaar in het jaarverslag verwezen kan worden.
Overzicht
Voor (een toelichting op) alle wijzigingen, kunt u hier terecht. Na analyse blijkt dat dezelfde typen eisen vanuit de code Goed Bestuur VO nu ook van toepassing worden voor het primair onderwijs. Er is, ook in het PO, een trend waar te nemen waarbij zaken meer en meer in de code expliciet worden vastgelegd. Bij het voortgezet onderwijs zijn een aantal zaken ook opgenomen als lidmaatschapseisen voor de VO-Raad. Zover is het voor het PO nog niet.