VGS

In zijn haast profetische schets over (de toekomst van) het christelijk onderwijs, gebruikt dr. W. Aalders de geschiedenis van de jongeling te Naïn (Lukas 7) als beeld voor de positie van het christelijk onderwijs. Met de hem typerende diepgang trekt hij lijnen naar de huidige tijd. Naïn, een lieflijk oord, geeft de plaats van het gezin weer, gekenmerkt door geborgenheid, veiligheid en ouderliefde. Buiten de stadsmuren valt die beschutting weg, wacht de wereld met al haar verleidingen. Om van het beschermde huis naar die wijde wereld te gaan, moet je de stadspoort door. Juist die rol verbindt Aalders aan de plaats en functie van de christelijke school. Daar worden kinderen, in het verlengde van wat hen thuis is bijgebracht, voorbereid op het leven in een gebroken wereld. Het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel plaatst hij in het licht van die poort en typeert hij als poortwachters die dat ambt naar Gods Woord hebben te vervullen.

Doordenkend op deze metafoor, valt er meer te zeggen over de school als poort en over het functioneren van die poortwachters. Een poortwachter staat niet op zichzelf, maar maakt  deel uit van een groter geheel. In de onderwijscontext bestaat dat grotere geheel uit toezichthouders, bestuurder(s), medezeggenschapsraad en andere belanghebbenden. Vanuit een hiërarchische lijn ontvangen de poortwachters hun opdracht en wordt de taakinhoud vastgesteld. Met andere woorden: het bestuur geeft als werkgever haar personeel door middel van koersuitspraken aan waarbinnen zij haar taak mag vervullen.

Het doen van koersuitspraken – in de praktijk voorzien van verschillenden benamingen zoals Strategisch Koersplan, Koersuitspraken of Stategisch Beleidskader – is formeel de taak van het bestuur. Door het nemen van initiatief tot en het schrijven van dit beleid geeft de bestuurder richting, doet hij ‘wilsuitspraken’. Tegelijkertijd is het aan het toezichthouders om vanuit hun onafhankelijke rol mee te denken (adviesfunctie) en er uiteindelijk iets van te vinden (goedkeuring). Door hun goedkeuring te geven, spreken ze hun steun aan de koers van de bestuurder uit.

Vanuit het perspectief van draagvlak en betrokkenheid zal ook de MR willen meedenken. Dat is ook een wettelijke taak van de de MR. Gezien de fundamentele waarde van strategie is het daarom wenselijk om bij de totstandkoming alle betrokken partners te betrekken. Daar zijn allerlei mooie vormen voor te bedenken, zoals een heidesessie, een strategisch diner, of… Naast het feit dat dit tegemoet komt aan de formele vereisten, is het proces van totstandkoming dan ook een gezamenlijk bouwen, beschermen en bewaken van de toekomst van de school; en daarmee van het onderwijs aan de leerlingen. Het samen optrekken doet een beroep op ieders motivatie waarom hij of zij bij de school is betrokken. De waarde van een dergelijk traject is het beter verstaan van elkaar, een scherper zicht op wat nodig is voor de toekomst (vanuit de verschillende perspectieven) en een breed gedragen koers van de school. Daar zijn de poortwachters bij gebaat. Vanuit het strategische kader kunnen zij met hun eigen professie de vertaalslag maken naar het concrete onderwijs, uitgewerkt in een school- en jaarplan.

Een belangrijk onderdeel bij het doordenken van de strategische koers is het op de hoogte zijn van trends en ontwikkelingen in onderwijsland. Om nog even de metafoor te gebruiken: goed zicht op wat zich in de stad en buiten de stadsmuren afspeelt, is cruciaal om het werk in de poort goed te kunnen. Daarbij zijn bestuurders en onderwijspersoneel niet geholpen met lijvige documenten. Hun hart ligt bij het werk in de poort, waar de burgers in- en uitgaan. Waar onze leerlingen onderwezen en gevormd worden. Vanuit die praktijk nemen we u vanuit de VGS graag mee in de  inhoudelijke doordenking van trends en leiden we graag het proces om tot koersuitspraken te komen.

Wilt u hierover doorspreken of heeft u een vraag? Neem contact op met Diederic Kloosterman (d.kloosterman@vgs.nl).