VGS

Feest bij de VGS dit jaar: op 4 januari bliezen we honderd kaarsjes uit. Feest ook in onze democratie: voor de 28e keer sinds de oprichting van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs in 1921 mogen we half maart weer naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen.

Nooit eerder in onze honderdjarige historie gaven we aan besturen en andere betrokkenen bij de scholen in onze achterban een stemadvies. Maar vandaag, nu het verkiezingsreces start en de campagne losbarst, maken we aan die traditie bewust een einde.

Ingewijden denken misschien al te kunnen raden wat ons advies dan zal zijn. De oprichter van de VGS was ds. G.H. Kersten. Inderdaad, de predikant die ook aan de wieg stond van de SGP, de partij die hij meer dan twee decennia in de Tweede Kamer vertegenwoordigde.

'Bijzondere scholen dienen bij het toelaten van leerlingen en het benoemen van personeel eisen te kunnen (blijven) stellen die nodig zijn om recht te doen aan de identiteit van de school.'
SGP

De SGP schrijft in haar verkiezingsprogramma behartenswaardige dingen over onderwijs. ‘De vrijheid om onderwijs te geven en te krijgen dat aansluit bij de eigen, herkenbare overtuiging en leefwereld blijkt een succesformule. (…) De vrijheid van onderwijs mag materieel niet verder onder druk worden gezet.’ En: ‘Bijzondere scholen dienen bij het toelaten van leerlingen en het benoemen van personeel eisen te kunnen (blijven) stellen die nodig zijn om recht te doen aan de identiteit van de school.’

Maar ook in het programma van de ChristenUnie staan mooie teksten, als: ‘De vrijheid van artikel 23 om een school met een eigen identiteit op te richten, mag niet worden aangetast.’ En dat van het CDA is eveneens helder: ‘Wij staan pal voor de vrije keuze van ouders om de school te kiezen die past bij de opvoeding van hun kinderen (art. 23 Grondwet). Wij beschermen de ruimte voor bijzondere scholen (om zelf invulling te geven aan het onderwijs op basis van godsdienst, levensovertuiging of pedagogische visie) voluit.’ Daarop volgt wel een disclaimer: ‘Artikel 23 [mag] nooit een vrijbrief zijn voor onverdraagzaamheid of inperking van elkaars rechten op scholen.’

Ook sommige seculiere partijen staan pal voor de onderwijsvrijheid. Zie bijvoorbeeld Forum voor Democratie: ‘Behoud bijzonder onderwijs (…). Om hun identiteit te bewaren, mogen scholen in het bijzonder onderwijs hun aannamebeleid baseren op religieuze achtergrond.’ Of de PVV: ‘De vrijheid van onderwijs is een groot goed’, al is er in hun optiek ‘geen plaats voor islamitisch onderwijs.’

Heel anders is de toon bij D66. Die wil de onderwijsvrijheid ‘moderniseren’: ‘Bij de vrijheid van onderwijs staat voor ons het recht van burgers om een school te stichten centraal, niet de godsdienstige grondslag.’ Uit die vernieuwde vrijheid van onderwijs ‘volgt automatisch de acceptatieplicht: scholen mogen geen leerlingen weigeren op basis van religie.’

Zo’n acceptatieplicht staat ook op het wensenlijstje van de VVD, GroenLinks, PvdA en de SP. Laatstgenoemde partij gaat nog een stapje verder: ‘Ook mag bijvoorbeeld de geloofsovertuiging geen reden zijn om een docent niet aan te nemen.’

Er valt, kortom, half maart wel wat te kiezen. Liefst 37 partijen hebben een programma opgesteld en een kandidatenlijst ingeleverd. Gaan wij het u nu makkelijk maken door één daarvan als onze favoriet te presenteren? Of een top drie voor te stellen?

Legt u de verschillende verkiezingsprogramma's eens naast de grondslag van de school. En beantwoord dan de vraag: Welke plannen passen het best bij een Bijbels perspectief?

Nee, zó’n stemadvies krijgt u van ons niet. Welk advies dan wel? Dit: legt u de verschillende verkiezingsprogramma’s eens naast de grondslag van de school. (Idee: doe dat samen met uw leerlingen – is een mooie opdracht in het kader van burgerschapsonderwijs.) En beantwoord dan (samen) de vraag: Welke plannen passen het best bij een Bijbels perspectief? Wat is nu écht goed onderwijs, niet alleen voor de kinderen op uw school, maar voor alle leerlingen in heel Nederland?

Is dat een ‘rijke schooldag’, inclusief warme lunch – of is geestelijk voedsel ook belangrijk? Moeten kinderen vanaf hun vierde allemaal naar dezelfde, openbare school – of mogen hun ouders kiezen voor een school van hun eigen richting? Zijn opvattingen van de meerderheid maatgevend voor de onderwijsinhoud – of normeren we die aan Gods Woord?

Ds. Kersten wist het antwoord wel. Hij waarschuwde steeds weer voor zogenaamd neutraal onderwijs, voor scholen waaruit de Bijbel was verdwenen. Bij de opening eind 1923 van een nieuwe school in ’s-Gravenpolder pleitte hij daarom krachtig voor christelijke scholen. Waar onderwijs wordt gegeven dat helemaal ‘doorzuurd is van de zuurdeeg des Woords.’ Tot heil van heel het volk.

Hij verbond daaraan zelfs de oprichting van de VGS. Die organisatie ‘stelt zich ten doel de opvoeding van de kinderen onzes volks, tot welk doel het ware Christelijke Schoolonderwijs middel is, voor welk onderwijs zij met alle geoorloofde middelen belangstelling zoekt te wekken.’ Anno 1921 én anno 2021.

VGS en VBSO hebben vorig jaar mede namens andere reformatorische (onderwijs)organisaties onze kernboodschap gedeeld met de verkiezingsprogrammacommissies van verschillende politieke partijen. Tijdens de verkiezingscampagne tot en met 17 maart en in de formatieperiode daarna willen VGS en VBSO samen met Driestar educatief, ROV, RMU, Berséba en RefSVO aandacht vragen voor een reeks thema’s die ontleend zijn aan onze kernboodschap. Zo gaan we onder meer aan de slag met vrijheid van onderwijs, segregatie en sociale cohesie, kansengelijkheid en ouderbetrokkenheid.