Lees hier de Staat van het Onderwijs 2022 die de Onderwijsinspectie op 13 april 2022 heeft gepresenteerd. Dit jaarlijkse onderzoek brengt in kaart hoe het onderwijs in Nederland ervoor staat.
Afstandsonderwijs verbeterd
In de loop van de coronapandemie is het afstandsonderwijs sterk verbeterd en is er veel aandacht geweest voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. De individuele (thuis)situatie van de leerling heeft invloed op de leerprestaties van de leerling. Tijdens de lockdowns is die invloed van de thuissituatie alleen nog maar groter geworden.
De dip in de leervertragingen lijkt landelijk voorbij te zijn. Ook de opgelopen vertragingen vanuit de eerste schoolsluitingen lijken grotendeels hersteld te zijn. Dit is mede dankzij de inzet van de financiële middelen die in 2021 beschikbaar zijn gesteld als onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO).
Renoveren: van crisis naar kans
Evenals in 2021 is gekozen voor de strategie om niet zozeer in te zetten op ‘repareren’, maar vooral op het ‘renoveren’ van het onderwijs. Met andere woorden: probeer als stelsel de crisis te benutten om er sterker uit te komen en kies voor interventies die duurzame veranderingen realiseren.
Tegen deze achtergrond zijn de volgende zaken op te merken ten aanzien van de basisvaardigheden, kansengelijkheid, randvoorwaarden voor renovatie en de plaats en functie van het bestuur.
- Basisvaardigheden: beperkt zicht op resultaten
Onder basisvaardigheden verstaat de Onderwijsinspectie niet alleen rekenen, taal en lezen, maar ook burgerschapsvorming. Dit laatste is relatief nieuw en vraagt blijvende focus van scholen.
Een belangrijke constatering is dat er over het algemeen in het basisonderwijs beperkt zicht is op de ontwikkeling van de resultaten bij de basisvakken en dat dit beperkte mogelijkheden biedt om hier goed op te sturen.
- Kansengelijkheid: drempels voor sommige leerlingen
De schoolloopbanen van de leerlingen verlopen over het algemeen goed. Op de momenten dat er drempels zijn, denk aan de overstap naar het vervolgonderwijs, blijkt het effect minder gunstig voor leerlingen met lager opgeleide ouders, een migratieachtergrond, extra ondersteuningsbehoeften en nieuwkomers.
- Zonder voldoende en bekwaam personeel geen ‘renovatie’ mogelijk
Onder andere schrijnde personeelstekorten en de coronapandemie zorgden ervoor dat scholen niet altijd toekwamen aan het ‘renoveren’ van het onderwijs.
De belangrijkste boodschap op dit gebied is dat het van het grootste belang is om te voorzien in voldoende, maar vooral ook bekwaam personeel. Daarbij is het opvallend dat vooral ingezoomd wordt op de bestuurder of het (dagelijks) bestuur van de school als orgaan met veel impact. Dit is mede ingegeven door de sinds 2017 opgedane ervaring met bestuursgericht toezicht.
- Goed bestuur en behoud van personeel
Het bestuur van de school is verantwoordelijk voor de kwaliteit in het onderwijs. De Onderwijsinspectie ziet het aantal scholen dalen dat ondermaats presteert dalen, maar het zijn er nog te veel. Goed bestuur, naleving van sectorcodes en facilitering van professionalisering zorgen voor betere prestaties, lager ziekteverzuim en een gezondere werkdruk(beleving).
Daarnaast is het behouden van leraren een belangrijk aandachtspunt. Leraren hebben bijvoorbeeld eerder de neiging om te vertrekken als ze een tijdelijk contract hebben, vooraf andere verwachtingen hadden van hun inzet, als hun contracten door personeelskrapte (onder druk) opgerekt zijn en als er te weinig specifieke opleidingsmogelijkheden zijn.
Daarentegen bieden onder andere rechtszekerheid, goed beleid ten aanzien van de inzet van wetenschappelijk opgeleide leraren, een sterk onderwijsteam en goede professionaliseringsvoorwaarden perspectief voor de toekomst.
Conclusies en aandachtspunten
Uit het onderzoek komt naar voren dat er met enorme inzet van de scholen veel is bereikt in het afgelopen jaar, ondanks verschillende schoolsluitingen vanwege de coronamaatregelen. Tegelijk vragen deze aanbevelingen onze aandacht:
- Zorg voor een goede basis.
Op onze scholen wordt doorgaans met veel inzet en professie gewerkt. Er zijn binnen onze achterban relatief weinig besturen die de basis niet op orde hebben. Tegelijkertijd vraagt burgerschap, dat tot de basisvaardigheden wordt gerekend, extra aandacht en inspanning. Daarom is aan te bevelen een speerpunt te maken van burgerschapsonderwijs. - Leer leraren analyseren en leid vakdidactici op.
Hiervoor nodigen we KOC Diensten en Driestar educatief uit om leraren te faciliteren door zowel initieel, als post-initieel te zorgen voor goede cursussen en opleidingen. - Investeer in goede kwaliteitszorg.
Zo komt er meer en beter zicht op ontwikkelingen op leerling-, groeps- en schoolniveau. Het is aan te bevelen om de kwaliteitszorg met regelmaat tegen het licht te houden. Hiervoor bestaan goede audits die de sterke en zwakke kanten van de school scherp in beeld brengen en die bijdragen aan het mogelijk maken van gerichte interventies. - Zorg voor een professioneel samenspel tussen bestuur, schoolleider en leraar.
Internationaal gezien blijkt dit een opvallend middel te zijn om uit een dal te klimmen en kwaliteitsverbetering te realiseren. - Investeer in het opleiden van goede schoolleiders.
Zij zijn de spil in de organisatie en geven leiding aan het team en de primaire processen binnen de school. Je ziet dat op scholen waar het onderwijs goed vastgesteld wordt, sprake is van een goede schoolleider, naast een goed bestuur en bekwaam personeel. - Investeer in goed bestuur en professionalisering.
Het is belangrijk om te investeren in goed bestuur en te werken met bestuurders die voldoende geprofessionaliseerd zijn. De uitdaging is, vooral voor vrijwillige schoolbesturen, om professioneel te zijn én te blijven. We bevelen aan dat er goed gekeken wordt naar professionalisering en/of het verkennen van beter passende bestuursmodellen.