Bevoegd gezag
De Wet op het onderwijstoezicht definieert als bestuur het bevoegd gezag van de instelling (artikel 1, onderdeel k). En wie is dat bevoegd gezag? In de onderwijswetten blijkt dat dit de rechtspersoon is (de vereniging of stichting) en niet het bestuur. Het is een belangrijk uitgangspunt van het rechtspersonenrecht dat rechtspersonen de vrijheid hebben om binnen de grenzen van de wet zelf hun bestuurlijke inrichting te bepalen. Het uitgangspunt van de wet is wel dat het bestuur de rechtspersoon vertegenwoordigt, maar het is aan de rechtspersoon om te bepalen welk orgaan het bestuur vormt.
U kiest!
De rechtspersoon en in veel gevallen het bestuur zelf kan bepalen dat bepaalde taken en verantwoordelijkheden bij specifieke personen worden neergelegd. Het bestuur kan er dus prima voor kiezen om de directeur of directeuren dit gesprek te laten voeren of in ieder geval te laten bijwonen. De rechtspersoon zelf gaat over afvaardiging naar het gesprek met de Inspectie. Laat u dus niet van de wijs brengen door de eis van een inspecteur alleen met een (vrijwilligers)bestuur over onderwijsvisie te willen spreken, zonder de directeur. Een vrijwilligersbestuur zou in een dergelijke situatie met de handen in het haar kunnen zitten wanneer ze zich niet capabel voelt dit gesprek te voeren. Het is uiteraard wel van belang dat het bestuur zoveel mogelijk op de hoogte is van het onderwijsinhoudelijke beleid en dat geen verschil in opvatting bestaat tussen bestuur en directie.
School
Conclusie blijft echter: de directeur kan gewoon aanwezig zijn bij het gesprek met de Inspectie en namens het bestuur toelichting geven, wat een inspecteur ook vraagt. De Wet op het onderwijstoezicht verwacht ook van de Inspectie dat zij aan de school het resultaat van het inspectieonderzoek bekend maakt (artikel 11, lid 1). Dit onderstreept dat de school voluit relevant blijft in het onderzoeksproces.
Aandringen
De VGS zal er bij de Inspectie op aan dringen bovenstaande lijn helder te communiceren naar de inspecteurs zodat er in het scholenveld geen verwarring over ontstaat.