Dat heeft minister Slob (Onderwijs) onlangs geantwoord op Kamervragen van de VVD over de Gomarus scholengemeenschap in Gorinchem.
De liberale Kamerleden Heerema en Yeşilgöz-Zegerius wilden van de minister weten of de visie van die school dat seksualiteit thuishoort binnen een huwelijk tussen één man en één vrouw overeenkomt met de nieuwe burgerschapswet.
Slob schrijft dat die wet het bevoegd gezag verplicht ‘zorg te dragen voor een schoolcultuur in overeenstemming met de basiswaarden en voor een omgeving waarin leerlingen en personeel zich veilig en geaccepteerd weten, ongeacht onder andere verschillen in seksuele gerichtheid.’
Door de wet komt de lat voor scholen ‘dus hoger te liggen’, vervolgt de bewindsman. ‘Zodra dit wetsvoorstel in werking is getreden zal de inspectie kunnen toetsen aan deze nieuwe wettelijke norm.’ De Eerste Kamer debatteert op 8 juni over de burgerschapswet. Als die daar wordt aangenomen, treedt de wet met ingang van het nieuwe schooljaar in werking.
Context
‘In het algemeen geldt dat een school, alleen door het huwelijk aan man en vrouw voorbehouden te achten, niet noodzakelijkerwijs in strijd handelt met de nieuwe burgerschapsopdracht’, aldus Slob. De inspectie zal voor de beoordeling van de schoolcultuur de gehele context meewegen. ‘De visie van een school, en de wijze hoe deze tot uiting komt in de onderwijspraktijk, zijn hier onderdeel van.’
Deze schoolcultuur – gaat hij verder – moet in overeenstemming zijn met de basiswaarden, basiswaarden dienen bevorderd te worden middels het onderwijs en leerlingen en personeel moeten zich veilig en geaccepteerd weten in de school.
"Ook mag een school genderdiversiteit en homoseksualiteit niet afwijzen."Minister Slob in antwoord op Kamervragen van de VVD
Onaanvaardbaar
Slob vindt het belangrijk dat alle leerlingen, ook lhbti-leerlingen, zich veilig voelen op school en de mogelijkheid hebben om zichzelf te kunnen zijn, ongeacht waar ze naar school gaan. Geen enkele school in ons land mag dus leerlingen ‘veroordelen of afwijzen op basis van hun seksuele identiteit.’ Ook mag een school genderdiversiteit en homoseksualiteit niet afwijzen. Niet in een identiteitsverklaring, niet in hun toelatingsbeleid en niet in hun schoolcultuur. Leerlingen opsluiten en verplicht uit de kast laten komen noemt de minister ‘absoluut onaanvaardbaar.’
Hij stelt dat de inspectie onderzoekt in hoeverre de Gomarus scholengemeenschap – die in het nieuws kwam door een publicatie in NRC Handelsblad – de veiligheid van leerlingen waarborgt. Dat onderzoek is in juni klaar; Slob verwacht dat het rapport eind juli openbaar kan worden gemaakt.
In reactie op genoemd krantenbericht heeft de VGS indertijd namens alle christelijke scholen op reformatorische grondslag benadrukt dat sociale veiligheid voor álle leerlingen, ongeacht hun achtergrond of geaardheid, cruciaal is. ‘Juist omdat naastenliefde in ons christelijk geloof centraal staat, vinden wij dit essentieel. Alleen in een veilig klimaat kunnen kinderen opbloeien en tot leren komen.’
Aanscherping
In ons land moet iedere jongere, op iedere school, zich vrij weten zichzelf te zijn en daarvoor uit te komen, betoogt Slob. ‘Ik zet me er voor in dat elke leerling de mogelijkheid heeft om zichzelf te kunnen zijn. Zo werk ik aan de aanscherping van de burgerschapsopdracht en de kerndoelen en ondersteun ik diverse activiteiten om de acceptatie van homoseksualiteit binnen het onderwijs te verbeteren.’