- De RMU doet de oproep aan het kabinet “om flink te investeren in een goed onderwijssysteem dat volop gelijke kansen biedt op duurzaam werk en omscholing voor iedereen.” Zij pleit voor meer contacttijd met leerlingen.
- Verus vraagt aandacht voor de pedagogische opdracht van de school.
- Het viel VOS/ABB vooral op in de onderwijsbegroting dat het kabinet zich in 2021 hard blijft maken voor kansengelijkheid.
- VBS noemt specifiek het extra geld om het lerarentekort en de leerachterstanden terug te dringen.
- Zowel AOb, vakbond voor onderwijspersoneel, als AVS, vakbond voor schoolleiders, noemen de onderwijsbegroting ’teleurstellend’.
Jan-Willem de Leeuw, bestuurder coöperatie ZWN, heeft aandachtig meegeluisterd naar de troonrede. Hem viel direct de erkenning op voor de grote veranderingen die zowel leraren als ouders hebben doorgemaakt. “Dat vond ik mooi! Het thuisonderwijs heeft een grote wissel getrokken op onze teams en op de ouders, met name die van de grotere gezinnen die ook nog kinderen op het VO hebben zitten.”
Hoe hebt u geluisterd naar de troonrede?
“Wat door de hele troonrede opvalt, is de diepe groef die corona door heel onze samenleving trekt. Wat vervolgens opvalt, is dat uit de corona tijd weinig lessen worden getrokken. Zelfs geen lessen over hoe kwetsbaar onze economie is; dat niet alles maakbaar is; dat we tevreden zouden moeten zijn met ons dagelijks brood. In plaats daarvan gaat het om herstel van de groei. ‘We komen de dip te boven.’ Om meer. Het gaat continu om het samen oplossen van de problemen en daardoor hopen dat het snel voorbij is, zodat we ons oude leven weer kunnen oppakken.”
Wat vindt u van de onderwijsbegroting?
“Het is een heel brede begroting, die maar een klein deel over het primair onderwijs gaat. Daarnaast zijn er heel veel meerjarige afspraken die ook in 2021 gewoon doorlopen, zoals werkdrukgelden, subsidie lerarentekort, etc. Een klein deel is nieuw aan de begroting ten opzichte van vorig jaar: er is € 244 mln. extra geld vrijgemaakt (in totaal € 500 mln.) voor het wegwerken van achterstanden buiten schooltijden. Dit geld is bedoeld voor alle onderwijssectoren. Vanuit mijn scholen krijg ik het signaal dat bij de meeste scholen dit geld niet nodig is. Er zijn weliswaar wat achterstanden opgelopen, zeker bij de vakken waarbij instructie cruciaal is, maar we verwachten die ook zonder extra programma buiten schooltijden op te kunnen lossen.”
Wat vond u positief en waar hebt u uw vraagtekens bij?
“Ik vind het heel positief dat het kabinet het aantal thuiszitters zoveel mogelijk wil beperken. Daarbij wordt breed ingezet op samenwerking binnen de regio (voor ons Berséba) en een meer preventieve aanpak. Ook zijn er mooie voorbeelden van het lesgeven-op-afstand die voor deze kinderen gebruikt kunnen worden. Verder wil het kabinet inzetten op sterke leraren. Daarvoor zijn niet alleen beurzen voor leraren en schoolleiders beschikbaar om verder te leren, maar is er ook een groot bedrag beschikbaar voor het regionaal aanpakken van het lerarentekort. De Zeeuwse reformatorische scholen participeren in een groot project, gesubsidieerd door het Ministerie van OCW, om te proberen het lerarentekort in Zeeland aan te pakken. Ook doen we mee met de landelijke reformatorische campagne En dan ben je leraar, dat ook voor een klein deel wordt gesubsidieerd. De nadruk komt meer te liggen op scholing, ontwikkeling en begeleiding.
Het ‘gelijke kansen voor iedereen‘ is een zwaarwegend dogma geworden dat de hele begroting doortrekt. Dit wordt zover doorgevoerd dat uiteindelijk, als het volgens de overheid niet goed dreigt te gaan in een gezin, de opvoeding overgedragen dreigt te worden aan school en kinderopvang. Bij deze liberale tendens komt de overheid veel te ver achter de voordeur. Het gaat om het denken dat een kind niet gehinderd mag worden door zijn of haar opvoeding, omdat anders het economisch nut van de investering in het onderwijs niet volledig benut kan worden. Ik zie daar nog een gevaar in. Nu gaat het om het economisch nut, maar als straks de opvoeding nu eens hindert in het accepteren van genderneutraliteit? Komt de overheid dan ook verder achter de voordeur?
Er wordt meerjarig geld uitgetrokken voor de Wet beroep leraar en voor het lerarenregister. Het lerarenregister is gesneuveld en wordt toch weer opnieuw uit de kast gehaald. Wat mij betreft is dit een schoolvoorbeeld van regelzucht en beheers-denken waar den Haag vaak last van heeft. Wat mij betreft zorgt ieder bestuur dat haar leraren voldoende geschoold zijn om de taken goed uit te voeren en zorgen de directeuren voor een goede schoolontwikkeling. Uit de resultaten (meetbaar en merkbaar) kan afgeleid worden hoe de school het doet. Hier is de economisering van het onderwijs mijns inziens ook veel te ver doorgeslagen.”
Welke punten zou u specifiek mee willen geven aan het kabinet om in de komende periode aan te werken?
“Ik zou het kabinet aan willen raden om meer afstand te nemen van de inhoud van het onderwijs en zich meer te richten op facilitering. Dat is onder andere facilitering voor het lerarentekort, dat gebeurt al. Maar ook voor het faciliteren van leraren. Het is mijn overtuiging dat we als scholen veel meer kunnen betekenen voor meer kinderen als de klassen kleiner worden. Daarbij is ook een goede relatie tussen onderwijs en jeugdhulp erg belangrijk. Willen we de stijgende problematiek bij onze kinderen het hoofd kunnen blijven bieden, dan moeten we andere disciplines dan alleen die Berséba kan bieden, in onze scholen binnenbrengen. Deze relatie zou door het Ministerie van OCW en het Ministerie van VWS beter geregeld kunnen worden.
En ik zou het goed vinden als de overheid ook de gebouwen beter zou faciliteren. Ten eerste in de uitkering voor materiële instandhouding (Ministerie van OCW), maar ook voor ruimere budgetten voor nieuwbouw en verbouw van scholen (gemeenten via gemeentefonds, Ministerie van Binnenlandse Zaken).”
"Neem als kabinet een meer faciliterende dan controlerende houding aan."B.W. (Jan-Willem) De Leeuw, bestuurder coöperatie ZWN