VGS

Bekostiging toereikend voor basiskwaliteit, niet voor hogere ambities

Het onderzoek richt zich op de vraag of er in het funderend onderwijs voldoende wordt geïnvesteerd om aan de verwachtingen die aan de scholen worden gesteld te voldoen (toereikendheid) en of dit geld effectief en efficiënt (doelmatig) wordt besteed. De onderzoekers geven aan dat de bekostiging toereikend is om met een voldoende (basiskwaliteit) te worden beoordeeld door de Onderwijsinspectie, wat een relatief lage eis is. De bekostiging is echter ontoereikend om aan de additionele verwachtingen die aan scholen worden gesteld en aan de ambities van de scholen zelf te voldoen. Daarnaast besteden de onderzoekers veel aandacht aan de vraag naar de doelmatigheid. Aangetoond wordt dat er maar weinig landen zijn waar de verschillen in de onderwijsresultaten tussen scholen zo groot zijn als in Nederland, ook als scholen een vergelijkbare bekostiging per leerling ontvangen. Dit wordt met name veroorzaakt door de dagelijkse keuzes die schoolbestuurders, schoolleiders en leraren maken.

Het is mogelijk de doelmatigheid te vergroten en een hogere ambitie na te streven. Daarvoor is een gerichte, additionele en structurele investering van € 0,7 – 1,5 miljard per jaar nodig. Daarvoor formuleren de onderzoekers een groot aantal aanbevelingen.

Opvallend is de conclusie dat de uitgaven aan het funderend onderwijs nauwelijks zijn toegenomen en vooral zijn verschoven. Tussen 2009 en 2019 zijn de uitgaven in het primair onderwijs met gemiddeld 0,9% per jaar toegenomen en in het voortgezet onderwijs met 0,2% gedaald. Dit terwijl de perceptie is dat er de afgelopen jaren veel extra geld naar het funderend onderwijs is gegaan. De extra bekostiging door OCW wordt echter volledig teniet gedaan door een afname in de bijdrage van andere overheden, waaronder met name de gemeenten.

Additionele eisen

Bovenop de basiskwaliteit stelt de politiek nog veel additionele verwachtingen ten aanzien van het onderwijs. Daarbij valt te denken aan het burgerschapsonderwijs, de aanpak van radicalisering, bewaken van de sociale veiligheid etc. Deels overlappen deze additionele verwachtingen met de deugdelijkheidseisen. In de laatste 10 jaar worden in meer dan 4400 brieven van het ministerie van OCW aan de Tweede Kamer ruim 300 verwachtingen besproken. Vaak ontbreekt echter een duidelijke doelstelling, wettelijk kader, additionele bekostiging of een goede evaluatie. Veel scholen gaven tijdens het onderzoek aan dat een visie en richting ontbreekt in de opeenstapeling van de verwachtingen en dat de bekostiging niet toereikend is om aan alle verwachtingen te voldoen.

De lat hoger leggen

Verder doen de onderzoekers diverse suggesties om de lat hoger te leggen en scholen te ondersteunen om deze te behalen. Daarbij kan gedacht worden aan een intensievere toetsing door de Onderwijsinspectie, het vergroten van het horizontaal toezicht en het inzetten van expertteams.

Daarnaast wijzen de onderzoekers op het belang om de uitdagingen te adresseren. Ook geven zij diverse adviezen voor het behalen van efficiëncywinsten. Daarbij doen zij de vergaande suggestie om kleinere scholen in het primair onderwijs samen te voegen. Daarnaast kan een limiet gesteld worden aan de reserves en wordt gewezen op het belang van collectieve inkoop om zodoende schaalvoordelen te behalen.

Onderinvestering in huisvesting

Zoals al eerder door de Algemene Rekenkamer is aangetoond, is de investering in de onderwijshuisvesting onvoldoende. Geadviseerd wordt om te starten met een inrichten van een meldpunt, om de onderinvestering in de onderwijshuisvesting in beeld te krijgen.

Randvoorwaarden implementatie

De onderzoekers doen een groot aantal aanbevelingen, waarvan er hierboven enkele zijn genoemd. Zij stellen vier randvoorwaarden op, waarmee rekening gehouden zou moeten worden bij de implementatie.

  1. Definieer een gedragen visie.
  2. Zet in op een ketenbrede samenwerking
  3. Leer veranderen tijdens schooltijd
  4. Benut vrijheid van onderwijs maar ondersteun middels een gedeelde infrastructuur

 

Reactie op rapport vanuit de expertgroep financiën

Vanuit de VGS-achterban wordt er ook geparticipeerd in de expertgroep Financiën van de PO-Raad. Van de heer G.R. (Gert) van Leeuwen, lid van deze expertgroep, ontvingen we een eerste reactie op het rapport, die u hier kunt lezen.

Verdere doordenking noodzakelijk

Het advies van McKinsey & Company roept op tot een gedegen doordenking van de aanbevelingen. Minister Slob hoopt in het najaar zijn beleidsreactie op het advies naar de Tweede Kamer te sturen. De VGS zal in de verschillende overleggen met o.a. de sectorraden dit advies ook bespreken om zo tot een (gezamenlijke) reactie te komen op dit omvangrijke adviesrapport.

 

VGS gaf aan het RD een eerste reactie op het rapport.