"Wij zullen het niet verbergen voor hun kinderen, voor het navolgende geslacht, vertellende de loffelijkheden des HEEREN, en Zijn sterkheid en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft."Psalm 78 vers 4
Asaf, de dichter van Psalm 78, spoort opvoeders en onderwijzers aan om de loffelijkheden des HEEREN te vertellen. Vervuld met de Heilige Geest begeert hij dit zelf te doen, maar het is niet minder zijn verlangen dat anderen het ook zullen doen. Hij wenst bekend te maken wat de Heere in het verleden gedaan heeft en daarmee heeft hij een bedoeling voor heden en toekomst. Bij een jubileum is het zeker gepast om Gods lof(felijkheden) te vermelden, maar dit geldt niet minder in de dagelijkse onderwijspraktijk en opvoeding.
Wat moet er verteld worden? Asaf noemt de loffelijkheden van de HEERE, maar ook Zijn sterkheid en Zijn wonderen. Hij ziet de gebeurtenissen uit het verleden niet als toevalligheden,maar als Goddelijke daden. Daden waarin en waarmee de Heere Zichzelf verheerlijkt. Bij de loffelijkheden des HEEREN gaat het niet alleen om daden, maar zeker ook om Gods eigenschappen of deugden. Deze vormen de grondslag van Gods handelen. Wonderen zijn nogal eens uitingen van Gods trouw, Gods goedheid en genade voor een zondig volk. Het maken van een pad door de Schelfzee (Ps. 78:13) is hiervan een treffend voorbeeld. Israël moet getekend worden als een wederhorig en wederspannig volk. Er waren momenten dat de Heere Zijn sterkheid toonde door een vuur te onsteken tegen Jacob (Ps. 78:21). Rechtvaardigheid en heiligheid blijken ook loffelijke deugden van de HEERE te zijn. Asaf wil niets liever dan vertellen over Gods wonderen ten gunste van een zondig volk, maar hij wil niet dat verzwegen wordt dat Gods sterkheid op andere momenten in toorn ontbrandde. Hiermee wordt het complete handelen van de HEERE eerlijk verteld. Al Zijn deugden komen er in openbaar. Wat is het belangrijk dat het nageslacht een eerlijk en geen vertekend Godsbeeld onderwezen krijgt. Op dit punt gaat het nog wel eens mis. Meer aandacht voor Gods rechtvaardigheid dan voor Zijn barmhartigheid; of omgekeerd. Het is beide even schadelijk. De opdracht is om de geschiedenis compleet en eerlijk door te geven: Zijn wonderen en Zijn sterkheid. Al de loffelijkheden van de HEERE moeten aan de orde komen. Gebod en belofte, maar ook geloof en bekering. Niets mag verborgen worden. Het aspect van verbergen moet ons tot zelfonderzoek brengen, want een mens van nature heeft een arglistig hart. Ook onbewust kan het scheef zijn gegroeid. Dit brengt tot de vraag of alle loffelijkheden van de HEERE verteld worden door ons?
Vertellen betekent in de grondtaal ook tellen. Wat een indrukwekkende hoeveelheid daden en deugden van de HEERE. Om diep van onder de indruk te raken, of niet? Het is in ieder geval de opdracht voor ouders, opvoeders en onderwijzers om het volgende geslacht tellend te vertellen Wie God is. Het woordje ‘hun’ kinderen laat zien dat de opdracht niet beperkt is tot eigen kinderen. Ten diepste heeft de gehele gemeente verantwoordelijkheid voor de jeugd en via de scholen wordt dit nog breder. Niemand mag passief of nalatig zijn, hoewel het ook niet zo is dat iedereen geschikt is om hetzelfde te doen. Wat is het een voorrecht als de Heere didactische en pedagogische gaven geeft om die in te zetten voor dit grote doel. Aan de andere kant is het ook waar dat alle gaven de doorslag niet zullen geven. Van nature zijn onze kinderen niet begerig naar het horen van de loffelijkheden van de HEERE. Wie zichzelf kent, kijkt daar wel verdrietig, maar niet vreemd van op. Toch kan het gebeuren dat in de weg van het vertellen een kind gaat vragen naar zijn Schepper en HEERE. Dat wil de Heere in de middellijke weg werken. Wat gebeurt er dan? De Heilige Geest werkt door vertellingen heen een verlangen naar God en een hopen op God. Dan komt er ook een begeerte om naar Gods geboden te leven. Dan zal de generatie erna er ook weer van horen, zo wordt in vers 6 beloofd. Wat is het groot als in de lijn van de geslachten iets gezien mag worden van de vreze des Heeren.
Asaf openbaart zijn verlangen, maar spoort ook anderen aan tot het vertellen van de loffelijkheden des HEEREN. Is dat ook ons verlangen en onze behoefte? Dat het nageslacht via opvoeding en onderwijs zal horen Wie de HEERE is in Zijn almacht, rechtvaardigheid, barmhartigheid en genade in Christus? Nalatigheid zal niet zonder gevolgen blijven, maar nog beter is het te beseffen dat de HEERE het waard is dat we het doen. Het wonder is dat er meer vreugde te ervaren is in dit vertellen dan in al het andere. Laat het ons gebed zijn om door de genade en bekwaammaking van de Heilige Geest met ons gehele hart te doen wat Asaf opdraagt en waartoe hij aanspoort. Om te belijden: ‘ik wil en zal het niet verbergen voor hun (en mijn) kinderen, voor het navolgende geslacht, vertellende de loffelijkheden des HEEREN, en Zijn sterkheid en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft.’
Vorige meditaties:
- Inscherpen – Deuteronomium 6 vers 7
- Van wie heb je dat geleerd? – 2 Timotheüs 3 vers 14 en 15
- Voor het honderdjarig jubileum – Psalm 78 vers 7
- Tale Kanaäns – Nehemia 13 vers 24
- De Leraar ter gerechtigheid – Johannes 3 vers 2
- Een licht – Lukas 2 vers 32
De volgende keer:
"En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen."Johannes 17 vers 20
Meer informatie over het jubileum vindt u op vgs.nl/100jaar.