Recente casus
De protestants-christelijke school De Meerwaarde uit Barneveld zegt tegen een docent op een informatiemarkt dat het geen zin heeft om te solliciteren, want de docent moet meelevend lid zijn van een kerk en dat is hij niet. De docent is het hier niet mee eens, gaat in beroep bij het College en stelt daar dat er sprake is van verboden onderscheid op grond van godsdienst. Het College vindt van niet. Een christelijke school mag om haar grondslag te verwezenlijken onderscheid maken op grond van godsdienst als dit maar consequent gebeurt. Dat betekent dat deze eis aan alle personeelsleden moet zijn gesteld. Het College heeft geen aanwijzingen dat dit niet het geval is. Het beroep van de docent op de Algemene Wet Gelijke Behandeling vindt geen grond, omdat deze juist een uitzondering bevat voor scholen van bijzonder onderwijs om verwezenlijking van de grondslag mogelijk te maken (Artikel 5 lid 2 AWGB).
Conclusie
Deze casus bevestigt opnieuw dat het voeren van een consequent personeelsbeleid binnen de huidige wetgeving heel goed mogelijk is. Een school mag strenge eisen stellen aan sollicitanten om het doel en de grondslag van de school te verwezenlijken. Het stellen van een kerkeis mag dus. Verschillende eerdere cases laten eenzelfde lijn zien. Hieronder worden ze nog even kort op een rijtje gezet en wordt gelinkt naar eerdere artikelen hierover op deze website.
Keukenmedewerker
Een katholieke vrouw solliciteert bij de christelijke zorginstelling Cedrah. Het bestuur stelt dat zij niet benoemd kan worden vanwege haar katholieke achtergrond. Het komt tot een zaak en het College stelt de zorginstelling in het gelijk. Cedrah mag eisen dat medewerkers lid zijn van een bepaald kerkgenootschap. Daarbij maakt het niet uit of het een keukenmedewerker is of iemand anders binnen de organisatie. (Eerder artikel)
Kinderdagverblijf
Een sollicitant wordt als juffrouw aangenomen op een christelijk kinderdagverblijf. Een eis is dat ze moet zijn aangesloten bij een kerk. Op dit moment is ze dat niet, maar is ze zoekende naar een kerk. Het kinderdagverblijf wil coulant zijn en geeft haar een tijdelijke benoeming. Aan het einde van de termijn heeft de juffrouw geen kerk gevonden en besluit ze zich ook niet aan te sluiten bij een kerkgenootschap. Daarom wordt haar contract niet verlengd. De juffrouw vecht het aan. Het College stelt het kinderdagverblijf in het gelijk. Die mag eisen van medewerkers dat zij naar de kerk gaan. Dat er enige coulance is toegepast maakt voor het uiteindelijke besluit haar niet meer in dienst te hebben, niet uit. (Eerder artikel)
Kerkverandering
Op het gereformeerde Greijdanuscollege in Zwolle wordt na 18 jaar dienstverband een docent ontslagen, omdat hij van kerk is veranderd. Hij gaat over naar een kerkverband dat niet in de statuten van de school is opgenomen. Hij kon zich ook niet langer vinden in de gereformeerde grondslag van de school. De docent vecht zijn ontslag aan. Het College oordeelt dat de school niet discrimineerde door de docent te ontslaan omdat hij het lidmaatschap van een Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt) heeft opgezegd. (Eerder artikel)