Wat is de reden dat er het één en ander gaat veranderen rondom de positie van ZZP’ers? In 2016 werd de Wet DBA aangenomen die duidelijkheid zou moeten brengen rondom de vraag wanneer er sprake is van schijnzelfstandigheid. In de praktijk leidde dit tot veel onduidelijkheid en heeft de Belastingdienst besloten de wet niet te handhaven. Dit beleid heet het handhavingsmoratorium. Dit jaar is besloten het handhavingsmoratorium op te heffen omdat het Kabinet stappen wil gaan zetten bij het handhaven op schijnzelfstandigheid. Begin 2026 hoopt het Kabinet dan ook te komen met een nieuwe wet, de Wet VBAR, die meer duidelijkheid zou moeten geven. Die wet ligt nu bij de Raad van State.
Wat betekent dit voor uw organisatie? Dit jaar was een overgangsperiode. Vanaf 1 januari 2025 zal de Belastingdienst weer overgaan tot het handhaven van de Wet DBA. Dat betekent in de praktijk dat de Belastingdienst weer kan gaan controleren of de ZZP’ers in uw organisatie niet eigenlijk schijnzelfstandige en dus werknemer zijn. Wanneer dat het geval is kan de Belastingdienst correctieverplichtingen, naheffingen en boetes opleggen.
Vaak wordt er bij de overeenkomst van opdracht van de ZZP’er gebruik gemaakt van een modelovereenkomst van de Belastingdienst. Deze blijven in de meeste gevallen geldig voor heel 2025. Deze overeenkomsten geven dus een vorm van zekerheid. Het is wel belangrijk dat het werk dat de ZZP’er in de praktijk doet ook aansluit bij wat er in de modelovereenkomst staat. Als dat niet het geval is zal de Belastingdienst gewoon handhaven.
Hoe weet u of de ZZP’er in uw school geen schijnzelfstandige is? Dat hangt sterk af van de rol van de ZZP’er, de aard van zijn of haar werkzaamheden en nog een aantal andere factoren. Dat maakt dat het ingewikkeld is om algemene lijnen te trekken over de rol van ZZP’ers in het onderwijs. Enkele algemene lijnen zijn er wel te trekken. De aard van de functie van leerkracht maakt het moeilijk om gezien te worden als ZZP’er. Zeker wanneer een ZZP’er langere tijd als leerkracht voor dezelfde klas staat is deze in de meeste gevallen eigenlijk een werknemer.
Voor andere functies kan dit ingewikkelder liggen. Denk hierbij aan kortdurende functies met een beperkte arbeidsomvang zoals kortdurende invaltrajecten, of functies die veel specialistische kennis vereisen zoals het begeleiden van hoogbegaafdheidstrajecten. In dit artikel leest u daar meer over. Bij de VGS staan we klaar om met u mee te kijken en de overeenkomsten voor u te controleren.
Heeft u vragen over de ZZP’er in uw organisatie, wilt u laten controleren of de overeenkomst van opdracht nog steeds voldoet of heeft u een andere vraag? Neem dan contact op met een arbeidsjurist van de VGS.