Inspectie over de identiteitsschool
De inspectie is lovend over de manier waarop identiteitsgebonden scholen de lessen over seksualiteit hebben verankerd in een visiedocument en binnen de school. Enkele citaten uit het rapport:
‘Opvalt dat scholen met een specifieke levensbeschouwelijke identiteit over meer uitgewerkte visies beschikken dan andere scholen. Bij de invulling van het onderwijs rond seksuele diversiteit leggen ze het accent vaker op het bevorderen van een respectvolle opstelling ten opzichte van seksuele verscheidenheid of het tegengaan van vooroordelen.’
‘Verder valt op dat relatief vaak sprake is van een koppeling met de denominatie van de school. Vanuit de gedachte dat morele kwesties, zoals (onderdelen van) de omgang met seksualiteit, een belangrijke component zijn van de identiteit van de school, verwondert dat niet.’
‘Onder meer scholen met een specifieke levensbeschouwelijke identiteit, die soms te maken hebben met uiteenlopende verwachtingen van ouders, samenleving en de eigen visie kiezen zo’n [beter gestructureerde] aanpak, ook om daarmee de potentiële spanningen die het onderwerp voor hen kan meebrengen, hanteerbaar te maken.’ …’ Voor deze groep ziet de inspectie dat scholen zich van deze spanning bewust zijn, en hoewel ze vaak verder willen gaan dan ze denkt dat (een deel van) de oudergemeenschap wil, ze een doordachte koers varen waarin ze proberen evenwicht te vinden tussen de eigen visie, het draagvlak bij ouders, leerlingen en personeel, en maatschappelijke verwachtingen.’
Scholen voldoen aan de wet
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat scholen in het algemeen invulling geven aan het kerndoel, al is de frequentie daarvan wel verschillend. Die invulling is afhankelijk van hoe de individuele leraar hier invulling aan geeft en of de school dit thema in het curriculum heeft vastgelegd. Een aantal scholen uit het onderzoek maakt wel gebruik van bepaalde methodes, zoals de methode Wonderlijk gemaakt. De algemene conclusie van de inspectie is dat de scholen in het algemeen voldoen aan de wettelijke eisen. De Onderwijsinspectie vat de aandacht voor het thema binnen de scholen samen als ‘positief hoewel weinig doelgericht’. De wetgever biedt scholen grote ruimte om de wettelijke eisen ten aanzien van het kerndoel op eigen manieren in te vullen, zo merkt de inspectie op: ‘Als de verwachtingen van onderwijs verder gaan dan in wettelijke voorschriften tot uitdrukking komt, mag de overheid worden gevraagd duidelijk te maken wat die verwachting is’. Hier treft u de kabinetsreactie op het rapport aan.https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-onderwijs-cultuur-en-wetenschap/documenten/rapporten/2016/06/01/omgaan-met-seksualiteit-en-seksuele-diversiteit-een-beschrijving-van-het-onderwijsaanbod-op-scholen
Over het onderzoek
De aanleiding voor het onderzoek was het verzoek vanuit de Tweede Kamer aan OCW. Het verzoek was inzicht te geven in de invulling van het nieuwe kerndoel uit 2012 over respectvolle omgang met seksualiteit en seksuele diversiteit in de samenleving. De onderwijsinspectie heeft in van maart tot juni 2016 diepteonderzoek verricht op 67 scholen voor basisonderwijs, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs in Nederland en daarnaast hebben directeuren en leraren van 575 scholen en opleidingen een vragenlijst ontvangen.