VGS

‘Dankzij de vrijheid van onderwijs kunnen ook anno 2019 ouders uit onder meer christelijk-reformatorische kring hun kinderen naar van overheidswege bekostigde scholen laten gaan’, betoogt de VGS in haar reactie, ‘waar ze onderwijs krijgen dat aansluit bij hun christelijke opvoeding thuis en waar ze sociaal veilig zijn. Die eenheid tussen thuis en school bevordert een goed opvoedklimaat.’

In het verlengde daarvan maakt de onderwijsvrijheid het ‘mede mogelijk om leerlingen op te leiden tot burgers die na afronding van hun schoolloopbaan vanuit hun eigen identiteit dienstbaar zijn aan de samenleving en als christen getuige te kunnen zijn van het goede van Gods Woord en wet voor iedereen.’

Op verzoek van de Onderwijsraad is de VGS specifiek ingegaan op drie vragen:

  • Hoe kijkt u aan tegen de relatie tussen vrijheid van onderwijs en onderwijskwaliteit?

De onderwijsvrijheid stimuleert de onderwijskwaliteit, vindt de VGS. ‘Omdat het ouders in Nederland vrij staat een school te kiezen, is het ook in het eigen belang van scholen om een zo hoog mogelijke kwaliteit te bieden. Daarmee verbeteren ze hun concurrentiepositie t.o.v. andere scholen.’

  • Hoe pakt een gevarieerd onderwijsaanbod volgens u uit voor sociale cohesie in de samenleving?

Een gevarieerd onderwijsaanbod hoeft sociale cohesie niet in de weg te staan, stelt de VGS. ‘Essentieel is hoe de afzonderlijke scholen hun leerlingen voorbereiden op participatie in de maatschappij. Het helpt als dat gebeurt vanuit een sterke identiteit: hoe beter leerlingen weten waar ze zelf staan en als zij zich erkend en gerespecteerd weten in hun identiteit, hoe beter ze zich kunnen verhouden tot een ander. Goed burgerschapsonderwijs is daarom cruciaal om sociale cohesie te bevorderen.’

  • Hoe verhoudt de vrijheid van onderwijs zich tot toegang op goed onderwijs voor alle kinderen? Hoe pakt de vrijheid van schoolbesturen om veel zelf te beslissen volgens u uit voor segregatie in het onderwijs?

In de discussie over segregatie wijzen sommigen met de beschuldigende vinger naar scholen op religieuze grondslag, merkt de VGS: die zouden te vaak en te makkelijk leerlingen kunnen weigeren. Deze aanname klopt niet. Segregatie is in de eerste plaats een volkshuisvestingsprobleem en wordt niet veroorzaakt door scholen op religieuze grondslag.

Praktisch alle bijzondere scholen hebben een open toelatingsbeleid. Bij de enkele tientallen scholen met een gesloten toelatingsbeleid komt het vrijwel niet voor dat leerlingen worden geweigerd, omdat de identiteit van de school daardoor vooraf glashelder is voor ouders. Mensen die zich daarbij niet thuis voelen, zullen niet snel hun kinderen daar aanmelden. Tegelijkertijd waarborgt de mogelijkheid van een gesloten toelatingsbeleid dat de school zijn profiel kan bewaken en ervoor kan zorgen dat dit blijft aansluiten bij dat wat de ouders die hun kinderen daar op school doen, wensen.