VGS

Samen met andere organisaties verbonden aan het Panel Presentie riepen VGS en VBSO vorige week al iedereen op om in actie te komen tegen de Wet toezicht informeel onderwijs. We maken ons namelijk grote zorgen over de gevolgen van deze wet voor de vrijheid van godsdienst, onderwijs en vereniging. Het wetsvoorstel wil overheidstoezicht mogelijk maken bij álle vormen van informeel onderwijs aan kinderen van 4- tot 17-jarigen, terwijl de aanleiding was dat de overheid wil kunnen ingrijpen bij het aanzetten tot haat, geweld of discriminatie in Koranscholen en Chinese weekendscholen. Dat is niet proportioneel.

Wantrouwen

Wij hopen dat zoveel mogelijk mensen en instanties uit het hele land zich willen uitspreken tegen de wet. Niet alleen christenen, maar ook niet-gelovigen. Deze wet gaat namelijk niet alleen over religieus informeel onderwijs, maar ook over de scouting of over tennislessen. Daarnaast voedt de wet in onze hele samenleving wantrouwen. Dat moeten we niet laten gebeuren.

Ook als VGS en VBSO zullen we namens onze achterban (christelijk-reformatorische scholen en kerken) meedoen aan de internetconsultatie, vanuit het perspectief van de vrijheid van onderwijs. In ons verzet tegen het wetsvoorstel trekken we nauw op met de leden van Panel Presentie, waaronder de RMU, de NPV en Driestar educatief. Daarnaast werken we nauw samen met een brede range van andere christelijke organisaties, waaronder Verus, CIO, MissieNederland en zondagscholenbonden.

Binnenkamer

We willen ons niet alleen zichtbaar en hoorbaar mengen in het publieke debat. Eerst en vooral is het van belang om de binnenkamer op te zoeken. Om te bidden voor onze overheid, opdat wij ‘een stil en gerust leven mogen leiden in alle Godzaligheid en eerbaarheid’ (1 Timotheüs 2:2). Bid om wijsheid voor de politici die verantwoordelijk zijn voor (de behandeling van) dit wetsvoorstel. Maar ook om de uitbreiding van Gods Koninkrijk, op school, in de kerk, en thuis.

Handreikingen reactie internetconsultatie

Voor de reactie op de internetconsultatie dragen we de volgende argumenten aan:

Vrijheid van godsdienst

  • Is het de overheid werkelijk om de veiligheid van kinderen te doen? Stimuleer dan iedereen om naar de kerk en naar de zondagsschool te gaan, en kom zelf ook. In de kerk is iedereen welkom om de goede boodschap van eeuwig leven te horen.
  • Als christenen willen wij ons in navolging van Jezus Christus inzetten voor de bloei van de samenleving. Het christelijk informeel onderwijs is van onschatbare waarde voor onze samenleving en moet juist alle ruimte krijgen. Het zijn waardevolle plekken waar kinderen en jongeren in een veilige, sociale omgeving leren wortelen in de eigen traditie, om vandaaruit vervolgens open en respectvol met beide benen in de samenleving te staan. Het wetsvoorstel doet hier geen recht aan.
  • Ik maak mij grote zorgen over de gevolgen van deze wet voor de vrijheid van godsdienst, onderwijs en vereniging. Het wetsvoorstel wil overheidstoezicht mogelijk maken bij álle vormen van informeel onderwijs aan kinderen van 4-17-jarigen terwijl de aanleiding was dat de overheid wil kunnen ingrijpen bij het aanzetten tot haat, geweld of discriminatie in Koranscholen en Chinese weekendscholen. Dat is niet proportioneel.
  • Het verbod is heel vaag geformuleerd: “aanzetten tot haat of discriminatie”. Wat de ene persoon als een uiting van zijn geloof ziet, kan door een ander als discriminatie worden beschouwd. De overheid krijgt hierdoor de mogelijkheid om te bepalen welke geloofsopvattingen wel of niet acceptabel zijn. Haat en discriminatie kunnen heel daardoor gemakkelijk een politieke interpretatie krijgen.
  • Het wetsvoorstel is ongrondwettelijk, aangezien voor het eerst in onze parlementaire democratie de overheid zich inhoudelijk kan gaan bemoeien met de inhoud van kerkelijk onderwijs. In Nederland is dit door de grondrechten steeds uitgesloten geweest om zodoende de minderheden en de civil society hun vrijheid te garanderen.

Vrijheid van onderwijs

  • Onderwijs wordt in dit sleepnet te ruim gedefinieerd. Dit betekent dat vrijwel alle kerkelijke activiteiten voor kinderen, zoals catechisatie, zondagsschool, jeugdvereniging en mogelijk zelfs reguliere kerkdiensten, onder deze definitie vallen en dat kan en mag niet de bedoeling zijn. Overheidstoezicht hoort alleen bij een overheidstaak, zoals de veiligheid van de samenleving of fysieke veiligheid van mensen, niet bij de (godsdienstige of morele) ontwikkeling van kinderen en jongeren.
  • Het wetsvoorstel gaat veel verder dan alleen maar het tegengaan van antidemocratische ondermijning en rekruteren voor terrorisme. De toelichting spreekt ook over ‘het beschermen van kinderen’ tegen onderwijs dat hen van de samenleving afkeert. Maar daar heeft de overheid niets mee te maken. Als de overheid ook ‘sociale veiligheid’ gaat beschermen wordt overheidsingrijpen oeverloos.
  • Er zijn nauwelijks concrete voorbeelden van waar het echt gevaarlijk misgaat. De situaties zoals genoemd in de toelichting op het wetsvoorstel hebben niets te maken met de zondagsschoolpraktijk in ons land. Vrijwel alle organisaties vervullen juist vanuit hun eigen motivatie een samenbindende rol in hun omgeving en de samenleving.
  • De Inspectie voor het onderwijs krijgt te veel bevoegdheden om toezicht te houden op de naleving van dit verbod, en geeft zelf duidelijk aan deze taak niet te kunnen en te willen uitvoeren

Vrijheid van vereniging

  • Een inhoudelijke norm voor het informeel onderwijs, met een vorm van toezicht, hoe onschuldig ook geformuleerd, betekent altijd een inperking en normering die onzekerheid geeft en die de onbekommerde vrijheid en gedrevenheid van de informele onderwijzers en vrijwilligers aan banden legt.
  • Mijn jongerenorganisatie wil gewoon een goede wegwijzer zijn, wil graag iets goeds meegeven aan de jongeren, en dus ook aan heel het land. Dan werkt het niet als onze vrijwilligers met inhoudelijke overheidsregels rekening moeten houden. Ze moeten zich gewoon onbekommerd kunnen inzetten zonder bang te zijn om (per ongeluk) iets verkeerds te zeggen.
  • Het is een vergaande inbreuk op de vrijheid van godsdienst en vereniging. Kerken en kerkelijke vrijwilligers worden beperkt in hun vrijheid de boodschap van de Bijbel zonder reserves aan jongeren te vertellen. Al was het maar doordat ze zich zullen gaan afvragen of ze bepaalde opvattingen die afwijken van de mainstreamcultuur nog wel mogen delen.

Vrijheid van mening

  • Iedereen, dus niet alleen een bevoegde instantie, die een schending van het verbod vermoedt, kan melding doen bij de Inspectie. Zo kan de zondagsschoolleraar of catecheet of trainer vogelvrij worden. We willen toch niet dat burgers in dit land elkaar in de gaten gaan houden en kan aangeven?
  • De wet kan verstrekkende gevolgen hebben voor ambtsdragers en vrijwilligers in het kerkelijk onderwijs. Zij kunnen te maken krijgen met lasterlijke meldingen, dossiers over hun onderwijs en religieuze opvattingen, bezoeken, bevragingen en zelfs een verbod om nog onderwijs te geven.

Maatschappelijke gevolgen

  • Deze wet kan het wantrouwen van bevolkingsgroepen aanwakkeren omdat het een extra norm geeft voor privé-opvattingen die je wel of niet mag delen met kinderen.
  • Deze wet voedt argwaan van bevolkingsgroepen tegen de overheid omdat de norm altijd onduidelijk kan zijn in de handhaving.
  • Deze wet getuigt van wantrouwen naar de samenleving en al die vrijwilligersorganisaties voor het vormen van kinderen. En van een groot vertrouwen in de staat (die mag zelfs bepalen wanneer opvattingen onacceptabel zijn) terwijl de overheid ook nogal eens fouten maakt.
  • Laat de AIVD of de politie maar opsporen waar het echt gevaarlijk is. En laat het informeel onderwijs met rust.
  • Ouders hebben het recht en de verantwoordelijkheid om hun kinderen op te voeden volgens hun eigen overtuigingen en waarden. Overheidsingrijpen in informeel onderwijs kan dit recht beperken en de rol van ouders als primaire opvoeders ondermijnen.