VGS

Duizenden kinderen in ons land gaan niet naar school. Vaak omdat hun ouders voor hen geen passende plek op school kunnen vinden. Zij kunnen daardoor niet voldoen aan de leerplicht en moeten daarvan dan ontheffing aanvragen.

Omdat die kinderen vaak wel kunnen en willen leren, zoekt D66 naar mogelijkheden om hen tóch ergens op school te krijgen. De partij is daarom met een initiatiefwet gekomen om het leerrecht in de wet vast te leggen. Samen met de VBSO heeft de VGS daar eerder op gereageerd.

Die reactie was voor D66 aanleiding om ons uit te nodigen voor een hoorzitting over hun initiatiefwetsvoorstel, samen met 22 andere organisaties waaronder Verus, de VO-raad en Ouders & Onderwijs.

Toegankelijk

VGS en VBSO juichen het toe dat D66 zoveel mogelijk thuiszitters wil helpen om alsnog onderwijs te kunnen volgen. Wat ons betreft, voegt het vastleggen van een leerrecht echter juridisch gezien niets toe aan bestaande rechten. Het onderwijsstelsel als zodanig is al algemeen toegankelijk, ook voor kinderen met bijvoorbeeld een handicap of chronische ziekte. Bovendien is er een verplichting voor scholen en samenwerkingsverbanden om voor elk kind passend onderwijs te organiseren.

Een leerrecht op zichzelf helpt onzes inziens ook niet voldoende om thuiszitters alsnog op school te krijgen. Daar is méér voor nodig, zoals aandacht voor de naleving van de genoemde zorgplicht.

Bovendien kan een leerrecht zelfs averechts uitwerken: het is onmogelijk om elke individuele school te verplichten elk kind op te nemen. Als kinderen dan, ondanks een leerrecht, alsnog niet naar school kunnen, zal dat hen en hun ouders alleen maar extra frustratie opleveren.

Ontwikkelmogelijkheden

Wat moet er dan wél gebeuren om meer thuiszitters aan onderwijs te helpen? Daar hebben VGS en VBSO samen met het reformatorische samenwerkingsverband Berséba over nagedacht. Wij stellen onder meer het volgende voor:

  • Allereerst vinden we het belangrijk om niet alleen te focussen op cognitieve leerresultaten. Kijk veel breder naar de ontwikkelmogelijkheden van kinderen. Sommigen zullen bijvoorbeeld nooit leren lezen, schrijven of rekenen, maar wel zich aan te kleden. Elke vorm van ontwikkeling telt.
  • De sleutel ligt bij schoolbestuurders: motiveer hen om voor meer kinderen een passend en dekkend aanbod te scheppen. Daag hen uit om geen kind te laten staan. Goed voorbeeld doet ook in dezen goed volgen. Je inzetten voor ieder kind past bij uitstek bij christelijk onderwijs.
  • Werk aan een betere organisatie van onderwijs en jeugdhulp: de manier waarop dit nu is geregeld, is niet handig. Voor een deel van de kinderen is alleen onderwijs mogelijk als er ook inzet is van Jeugdhulp.
  • Lever maatwerk voor ‘onderwijs-zorg-kinderen’, zonder vast te zitten aan de wettelijke onderwijstijd en onderwijslocatie. Maak het, met andere woorden, mogelijk om onderwijs op een andere plek te geven dan in een schoolgebouw.
  • Extra geld is nodig om meer thuiszitters onderwijs te kunnen geven. Voor de meesten van hen is veel extra ondersteuning nodig, en dat is duur.
  • Bij alle terechte aandacht voor individuele leerlingen willen we graag benadrukken dat met name een reguliere school nooit strikt individueel onderwijs kan geven. Integendeel: het groepsproces, het gemeenschapsgevoel is ook belangrijk op school. De klas is ook één geheel en kinderen leren ook van het proces van gezamenlijkheid, wachten op elkaar, uitleggen aan elkaar et cetera. Dat is een belangrijk vormingselement.