VGS

Het wetsvoorstel Uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs moet de minister van Onderwijs meer handhavingsbevoegdheden verschaffen ten aanzien van het bevoegd gezag van scholen. Hij moet bijvoorbeeld een spoedaanwijzing kunnen geven. Daarnaast wordt de definitie van wanbeheer uitgebreid: de bewindsman moet ook kunnen ingrijpen bij structurele overtredingen van de zorgplicht van besturen voor de veiligheid of de burgerschapsopdracht die (dreigende) ernstige gevolgen hebben.

De Raad van State heeft op 30 september jl. een kritisch advies gepubliceerd over het voorstel. De Afdeling advisering van de raadt vindt dat het kabinet het nut, de noodzaak en de proportionaliteit van het wetsvoorstel ‘onvoldoende’ aantoont.

Niet toereikend

Soortgelijke kritiek uiten de profielorganisaties Verus, VBS, VGS, ISBO en VBSO in hun brief over de wet aan de vaste Kamercommissie van OCW. Die kon tot vrijdag 29 oktober schriftelijke vragen stellen aan het kabinet over de wet.

‘Het wetsvoorstel is niet gebaseerd op een grondige evaluatie van het huidige instrumentarium,’ constateren ze, ‘terwijl wanneer nieuwe, verregaande instrumenten worden ingevoerd, duidelijk moet zijn dat het bestaande instrumentarium niet toereikend is.’ De profielorganisaties bevelen Kamer en kabinet daarom aan om te zorgen voor een ‘empirisch gefundeerde argumentatie en analyse.’

Terughoudendheid

Ze pleiten er verder voor de definitie van wanbeheer niet uit te breiden naar de burgerschapsopdracht en de zorgplicht sociale veiligheid. Wegens de vrijheid van onderwijs en autonomie van scholen past de overheid juist ‘terughoudendheid (…) bij het toezicht op de wettelijke normen over burgerschap en sociale veiligheid’, betogen Verus, VBS, VGS, ISBO en VBSO. ‘Wij vinden het dan ook voorbarig om nu al met nieuwe instrumenten te komen.’

Wat hen betreft, wacht de politiek eerst de implementatie van de burgerschapswet af en van nieuwe kerndoelen/eindtermen inzake burgerschapsonderwijs alvorens burgerschap en sociale veiligheid eventueel onder te brengen bij mogelijk wanbeheer.

De profielorganisaties verzetten zich ook tegen de invoering een spoedaanwijzing bij een ernstig vermoeden van wanbeheer. ‘Niet duidelijk is wat een ernstig vermoeden precies is. Verder lijkt het erop dat een spoedaanwijzing “los” kan worden ingezet en niet het sluitstuk is van het inzetten van een reeks aan middelen in een interventieladder.’

Scherper afgebakend

De brief met in totaal vijf aanbevelingen is een vervolg op een eerdere, kritische reactie van de profielorganisaties en de Federatie Christelijk MBO op een voorontwerp van het wetsvoorstel.

De feedback van de Raad van State en de profielorganisaties heeft minister Slob er niet van weerhouden de wet toch voor behandeling in te dienen bij de Tweede Kamer. Aan de Kamer schreef de bewindsman dat hij de onderbouwing van nut en noodzaak in de memorie van toelichting wel heeft aangevuld naar aanleiding van het advies van de Raad van State. ‘Daarnaast zijn de (nieuwe) gronden voor het geven van een aanwijzing en de spoedaanwijzing scherper afgebakend.’