Een aantal belangrijke zaken voor het basisonderwijs zijn:
- De ongeveer 6600 basisscholen ontvangen komend schooljaar gemiddeld 180.000 euro per school. Scholen met veel leerlingen met minder kansen krijgen verhoudingsgewijs meer geld;
- Vóór de zomervakantie van 2021 moeten scholen de (eventuele) cognitieve, executieve en sociale achterstanden van hun leerlingen vanwege corona in beeld brengen. Deze analyse op schoolniveau dient als basis voor de maatregelen op school in de volgende twee schooljaren (schooljaar 2021/2022 en 2022/2023) en geldt tevens als voorwaarde voor het ontvangen van de middelen. Op basis van de analyse over de opgelopen vertragingen stelt elke school een School Programma op: een meerjarenplan, passend bij de lokale situatie en gebruik makend van effectieve interventies uit een ‘menukaart’. De schoolteams en leraren hebben hier een belangrijke stem in, vergelijkbaar met de werkdrukmiddelensystematiek. Zij weten immers het beste wat hun leerlingen nodig hebben. Na instemming door de medezeggenschapsraad stelt het schoolbestuur het plan vast, en informeert het de gemeente hierover. Op basis daarvan kunnen gemeenten bepalen welke aanvullende onderwijsprogramma’s, begeleiding of kennisdeling zij ter ondersteuning aan scholen bieden, met name voor scholen met extra uitdagingen.
- Scholen kunnen ervoor kiezen om deels open te blijven in de zomervakantie of buitenom de reguliere schooltijden (bijvoorbeeld in het weekend) voor leerlingen die dat nodig hebben. Als leraren in die periode willen werken, krijgen ze extra betaald.
Voor meer informatie over het Nationaal Programma Onderwijs verwijzen wij u graag naar de website van de Rijksoverheid.
Momenteel vindt de uitwerking van het steunpakket plaats. Via onze nieuwsberichten hopen we u op de hoogte te houden van de verdere ontwikkelingen hieromtrent.