Het regeerakkoord bevat ‘een hoopvolle tekst’ over ouderbetrokkenheid, constateerde Bisschop. Daarin staat namelijk: ‘Scholen, kinderen en jongeren floreren bij ouderbetrokkenheid. Daarom willen we de samenwerking tussen school en ouders versterken.’
En ja, voor ouders waren er – zeker de laatste maanden – ‘veel waarderende woorden.’ Maar waarom, vroeg hij aan minister Slob (Onderwijs), ‘krijgen bijvoorbeeld verschillende ouderorganisaties niet een duidelijkere en helderdere plaats, ook in de beleidsvoorbereidingen, en enige financiële ondersteuning?’
Er is één gesubsidieerde organisatie voor ouders (Ouders en Onderwijs), aldus Bisschop, maar andere verenigingen (waaronder de Reformatorische Oudervereniging) moeten zichzelf bedruipen, ‘terwijl er wel draagvlak is onder ouders.’ Dat verdient volgens hem ondersteuning.
Zijn pleidooi sloot naadloos aan bij de oproep van de VGS op Prinsjesdag in reactie op de OCW-begroting. ‘Maak in het laatste jaar van dit kabinet écht werk van ouderbetrokkenheid’, zei VGS-bestuurder P.W. Moens toen. ‘Geef de uitwerking van de genoemde passage uit het regeerakkoord alsnog een stevige impuls door zichtbaar en merkbaar te investeren in ouderbetrokkenheid. Dat is goed voor kinderen en voor ons allemaal.’
‘Scholen, kinderen en jongeren floreren bij ouderbetrokkenheid. Daarom willen we de samenwerking tussen school en ouders versterken.’Passage uit het regeerakkoord
Driehoek
In reactie op de vragen van SGP’er Bisschop liet Slob weten ‘veel belang’ te hechten aan betrokkenheid van ouders. ‘Het gaat immers om de driehoek docent, leerling en ouders.’ Ook ditmaal bleef het echter bij mooie woorden, want concrete toezeggingen deed de minister niet richting Bisschop.
Hij herinnerde slechts aan een overleg vorig jaar in de Kamer over de positie van de ouderorganisaties: ‘Na een evaluatie over de financiering van Ouders en Onderwijs is besloten deze financiering voort te zetten. Er zijn toen ook afspraken gemaakt over de wijziging van de governance van deze organisatie. Dit heeft ertoe geleid dat er sinds kort een adviesraad is van de verschillende ouderorganisaties bij Ouders en Onderwijs.’
Vorige week is nog overleg geweest met de brede groep van ouderenorganisaties, vervolgde Slob. ‘Uiteraard is toen gesproken over corona, maar ook over de ontwikkelingen bij Ouders en Onderwijs. Daarnaast zit Ouders en Onderwijs aan tafel bij alle reguliere corona-overleggen, zowel bestuurlijk als ambtelijk.’
Warme lunch
Over de rol van ouders ontspon zich tijdens het debat nog een interessante discussie tussen D66-Kamerlid Van Meenen en Bisschop. In recent gepubliceerde voorstellen pleit D66 onder meer voor een ‘rijke schooldag met onderwijs, opvang, sport, cultuur, muziek, een warme lunch, natuur en huiswerkbegeleiding op één locatie voor alle leerlingen.’
Om ons heen zijn ‘heel veel zeer fatsoenlijke landen’ waar een warme lunch voor leerlingen ‘de normaalste zaak van de wereld is’, aldus Van Meenen. ‘Het is eigenlijk best wel gek dat we dit in Nederland niet hebben.’
Met dit pleidooi poetst D66 de ‘eigenstandige verantwoordelijkheid van ouders weg’, aldus Bisschop. Zíj horen hun kinderen (op) te voeden, niet de overheid, kinderopvang of school. Ondersteun hen daarom, betoogde hij, ‘om de zorg voor de kinderen op het juiste niveau aan te bieden.’
Lang niet alle ouders in Nederland nemen daarin hun verantwoordelijkheid, wierp Van Meenen hem tegen, en dat leidt tot kansenongelijkheid. ‘Dan hebben we als overheid sowieso een verantwoordelijkheid.’
Bisschop ontkende niet dat er ouders zijn die tekortschieten in hun opvoeding. ‘Maar het is de onvervreemdbare plicht en het onvervreemdbare recht van ouders om hun kinderen op te voeden.’ Uiteraard verzorgt de school een deel van de opvoeding, erkende hij, maar dat is geen reden om de hele verantwoordelijkheid van ouders over te nemen.
Het welzijn van kinderen bevorder je volgens Bisschop niet door dat ‘van de ouders af te nemen en bij een andere instantie te beleggen.’ Nee, ‘dat doe je door stappen te zetten waardoor de ouders toegerust worden om hun verantwoordelijkheid wél te kunnen nemen.’
‘Het is de onvervreemdbare plicht en het onvervreemdbare recht van ouders om hun kinderen op te voeden.’SGP-Kamerlid Bisschop
Bedding
De vrijheid van ouders om keuzes te maken ‘kan nooit en mag nooit ten koste gaan van hun kinderen’, repliceerde Van Meenen. ‘Wij bieden een bedding waarin ieder kind zich kan ontwikkelen. Dat is ook een taak van de overheid.’
De overheid moet zeker toezien op het welzijn van kinderen, antwoordde Bisschop hem. ‘Alleen een fundamenteel punt van verschil tussen ons is: moet de staat dat overnemen, of ziet de staat erop toe dat het welzijn wordt behartigd?’
Daar wilde de D66’er graag nog even op reageren. De besturen van christelijk-reformatorische scholen bestaan vaak uit ouders, stelde hij, ‘waarvoor veel respect.’ Als ‘je dan zo de verantwoordelijkheid bij ouders legt, wees dan ook open en neem dan ook de verantwoordelijkheid niet alleen voor je eigen kind maar ook voor andere. Ga dan toe naar een toelatingsbeleid, waarbij je zegt: ik heb hier een kind op de hoek van de straat wonen en dat zou heel goed op mijn gereformeerde school kunnen zijn, want daar hebben we alle faciliteiten om ervoor te zorgen. Maar nee, dat doen we dus niet.’
Dus ja, concludeerde Van Meenen, ‘er ligt een verantwoordelijkheid bij de ouders, maar de vrijheid van onderwijs is geen vrijbrief voor slecht onderwijs.’
Loep
In hetzelfde debat hekelde Bisschop de inzet van het kabinet inzake genderdiversiteit en inclusie. ‘In het regeerakkoord moet je het woord “gender” nog met een loep zoeken’, aldus de SGP’er, maar ondertussen wil onderwijsminister Van Engelshoven ‘beïnvloeden wat leerlingen lezen in schoolboeken. Ze bemoeide zich zelfs met speelgoed.’
Inclusie betekent dat iedereen er bij hoort, vervolgde hij, maar ‘toch maak ik me daarover best zorgen.’ Want mensen die bijvoorbeeld de Nashvilleverklaring ondertekenden, werden zo ongeveer ‘moreel gestenigd.’ Vecht de minister ook voor inclusie van déze burgers, wilde hij van Van Engelshoven weten. Zij ging daar echter tijdens het debat niet op in.
Waardengemeenschap
ChristenUnie-Kamerlid Bruins betoogde tijdens het debat dat leerlingen ‘goed moeten kunnen meepraten waar het gaat over hun onderwijs.’ We moeten ‘vooral de leraren en leerlingen goed betrekken bij financiële keuzes en beleidskeuzes in het onderwijs’, lichtte hij toe. ‘Zij zijn het die vormgeven aan de school. Zij zijn het die samen de school tot een waardengemeenschap maken.’
'Een soort LAKS voor het basisonderwijs.’ChristenUnie-Kamerlid Bruins
In dat verband mist hij een vertegenwoordigend orgaan van basisschoolleerlingen, ‘een soort LAKS voor het basisonderwijs.’ Zou de minister het geen mooi idee vinden als dat er zou komen, vroeg hij aan Slob.
Die antwoordde dat leerlingparticipatie en -vertegenwoordiging ‘in alle sectoren van belang zijn, ook in het primair onderwijs.’ Het LAKS en het JOB werken daarom (met steun van OCW) op dit moment een plan uit om ook leerlingvertegenwoordiging in het basisonderwijs vorm te geven. ‘Zij betrekken daar alle relevante partijen bij, waaronder natuurlijk ook leerlingen uit het primair onderwijs. Ons ministerie ondersteunt het initiatief. Wij hebben begrepen dat de initiatiefnemers de komende weken al aan de slag gaan om ideeën om te zetten in concrete acties.’