VGS

Het uitgangspunt van het ministerie van OCW is dat leerlingen die naar school kunnen gaan, op school onderwijs volgen. Het onderwijs moet daarbij worden georganiseerd met inachtneming van de geldende richtlijnen van het RIVM. De protocollen die opgesteld zijn door de sociale partners, vormen daarvoor de basis. Aan de protocollen is op dit moment niets veranderd. In het primair onderwijs geldt nog steeds op hoofdlijnen:

  • Scholen zijn volledig open;
  • Leerlingen hoeven onderling geen 1,5 meter afstand te houden;
  • In het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs hoeven leerlingen geen 1,5 meter afstand te houden van leraren en ander onderwijspersoneel. In het voortgezet (speciaal) onderwijs geldt dat leerlingen en personeel nog wel 1,5 meter afstand houden;
  • Volwassenen in het funderend onderwijs (onderwijspersoneel en ouders/verzorgers) moeten onderling wel de afstand van 1,5 meter bewaren.
  • De hygiënemaatregelen van het RIVM blijven van kracht;
  • De school zorgt ervoor dat leerlingen vaak hun handen wassen.

In het servicedocument van het ministerie OCW staan zaken die scholen kunnen gebruiken bij de praktische organisatie van het onderwijs. Het document gaat bijvoorbeeld in op toetsen, de eindtoets, het examen in het voortgezet (speciaal) onderwijs en ventilatie. Verder gaat het document in op het bewaken van de veiligheid op school, afstandsonderwijs, onderwijstijd, verzuim en leerplicht. De laatste onderwerpen worden hier kort toegelicht. In het servicedocument worden ze uitgebreider beschreven.

Veiligheid

Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de veiligheid op de scholen. Zoals eerder in de protocollen is opgenomen, zijn scholen verplicht een ongewoon aantal ziektegevallen van vermoedelijk infectieuze aard te melden bij de GGD. Voor het primair onderwijs is dat aantal door het RIVM vastgesteld op 3 of meer besmettingen van leerlingen per groep of meerdere medewerkers.

Het bevoegd gezag kan vervolgens besluiten tot sluiting van een school op advies van de GGD of als de veiligheidsregio dit oplegt. De school kan echter ook te maken krijgen met organisatorische redenen, bijvoorbeeld als een te groot deel van het personeel ziek is of door verdenking van besmetting niet kan werken. Daarbij wordt bezien wat de gevolgen zijn voor de buitenschoolse opvangorganisaties die met de betreffende scholen samenwerken en worden werkbare afspraken gemaakt. In de huidige fase van de coronapandemie is de kabinetslijn dat maatregelen lokaal of regionaal genomen worden waar dat kan, en landelijk waar dat echt moet.

Het is goed als elk schoolbestuur van te voren voor ogen heeft wat bij een sluiting van een school nodig is. Aandachtspunten daarbij zijn het geven van afstandsonderwijs, de noodopvang voor kwetsbare leerlingen en leerlingen met ouders met een vitaal beroep, het afnemen van toetsen binnen de geldende regelgeving en evt. externe locaties voor onderwijs. De PO-Raad werkt op dit punt aan een handreiking voor schoolbesturen en scholen.

Afstandsonderwijs

Voor het primair onderwijs geldt dat volgens de wet het onderwijs op school moet plaatsvinden. Alleen onderwijs dat op school in aanwezigheid van de bevoegde leerkracht wordt verzorgd, telt als onderwijstijd. Als leerlingen niet naar school kunnen komen, is en blijft afstandsonderwijs een tijdelijk alternatief.

Onderwijstijd

Door het coronavirus hebben scholen aan leerlingen in schooljaar 2019-2020 geen volledig programma kunnen aanbieden dat aan de daarvoor geldende urennorm voldoet. Met het oog op optimale ontwikkeling van leerlingen zouden eventueel opgelopen achterstanden zoveel mogelijk ingehaald moeten worden. Het is echter niet verplicht de uitgevallen uren of dagen dit schooljaar in te halen. Scholen hoeven in het schooljaar 2020-2021 geen onderwijstijd te compenseren voor de in het schooljaar 2019-2020 uitgevallen uren of dagen. Dit mag uiteraard wel, als dit mogelijk en in het belang van de leerling is.

Verzuim en leerplicht

Voor het schooljaar 2020-2021 geldt dat ongeoorloofd verzuim van leerlingen op de reguliere manier moet worden gemeld. Verzuimmeldingen worden gebaseerd op het al dan niet deelnemen aan het verplichte onderwijsprogramma. Indien het verplichte onderwijsprogramma (deels) bestaat uit online of afstandsonderwijs, en een leerling doet daar niet aan mee, moeten scholen het ongeoorloofd verzuim ook melden.

De school hoeft geen verzuimmelding te doen bij de leerplichtambtenaar voor leerlingen die na de zomervakantie, vanwege het dringende advies voor thuisquarantaine, niet naar school kunnen. De volksgezondheid is hierbij doorslaggevend.

Bron: PO-Raad