Begrip
Het weerstandsvermogen geeft weer wat de vrije vermogensbuffer is voor het opvangen van eventuele calamiteiten (of financiële consequenties hiervan). Het gaat er dus om dat situaties opgevangen kunnen worden als er noodzakelijke incidentele uitgaven plaats moeten vinden. Denk bijvoorbeeld aan een plotselinge terugval in het leerlingenaantal of arbeidsconflicten.
Het weerstandsvermogen wordt berekend door het eigen vermogen te corrigeren voor de materiële vaste activa, en dit weg te zetten tegen de rijksbijdragen ((Eigen vermogen – materiële vaste activa) / Rijksbijdragen).
In de formule wordt dus het eigen vermogen gecorrigeerd voor de materiële vaste activa. Hierdoor wordt het weerstandsvermogen uitsluitend gebruikt als bufferfunctie en niet als financieringsfunctie. Vaste activa kunnen immers niet verkocht worden om calamiteiten te financieren. Daardoor zou de continuïteit van de school in gevaar komen. Door het resultaat hiervan te delen door de rijksbijdragen van OCW, wordt gecorrigeerd op schoolgrootte. De formule maakt gebruik van deze rijksbijdragen omdat dit veelal meer dan 95% van de inkomsten is en bij het (deels) wegvallen hiervan buffers aangesproken moeten worden.
Norm
In eerste instantie wordt een norm gehanteerd van 15%. Deze norm is echter minder vast dan in de praktijk wordt gedacht. Het weerstandsvermogen is namelijk afhankelijk van meerdere factoren.
In de eerste plaats is er naast de percentuele norm ook een nominale norm van rond de 100.000 euro. Deze norm is met name bedoeld voor kleine scholen en is ingesteld omdat met calamiteiten vaak grote bedragen gepaard gaan. De school specifieke norm kan berekend worden door 100.000 euro te delen door de rijksbijdragen.
De tweede reden dat een harde norm lastig te bepalen is blijkt uit school specifieke risico’s. De norm van het weerstandsvermogen moet namelijk afgestemd worden op de risico’s waar een school mee moet handelen. Een risicoanalyse is dus niet alleen belangrijk voor beleidsontwikkelingen maar ook voor het bepalen van de hoogte van het weerstandsvermogen. Blijkt uit een risicoanalyse dat er risico’s naar voren komen die de exploitatie zouden kunnen beïnvloeden zal de norm aangepast moeten worden. Onderwerpen die naar voren kunnen komen zijn leerlingenaantallen, werkgeverslasten, flexibiliteit personeelsbestand en de kwaliteit van monitoring. Als laatstgenoemde goed op orde is zullen financiële risico’s eerder gesignaleerd worden en kan hier vroegtijdig op worden geanticipeerd. Een financiële terugkoppeling dient dan ook regelmatig plaats te vinden.
Hoewel de ondergrens van het weerstandsvermogen zeer belangrijk is, zal een te hoog weerstandsvermogen ten koste gaan van het onderwijs. Dit kan namelijk een indicatie zijn dat er gelden beschikbaar zijn die ingezet kunnen worden voor de kwaliteit van het onderwijs.
Heeft u naar aanleiding van bovenstaand artikel vragen hoe wij u van dienst kan zijn? Neemt u dan vrijblijvend contact op met ondergetekende.