Samenstelling commissie
Op 19 december 2016 zijn de leden en voorzitters van de Commissie van beroep funderend onderwijs tijdens een eerste bijeenkomst geïnstalleerd. De landelijke commissie is door cao-partijen ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen. Voor de zeven leden van deze commissie heeft er een open werving plaatsgevonden aan de hand van profielschetsen. Voor de selectie is een benoemingsadviescommissie samengesteld, waarin zowel de bonden als de werkgeversorganisaties vertegenwoordigd waren. Hier vindt u de samenstelling van de commissie. Geen onbekende voor ons is het nieuwe lid mr. drs. D. Vergunst, die voorheen jarenlang voorzitter was van de commissie van beroep van de VGS, en de huidige voorzitter van de VGS-identiteitscommissie is. We zijn blij dat hij in de nieuwe landelijke commissie benoemd is, waardoor ook het reformatorisch-christelijk geluid is vertegenwoordigd in de landelijke commissie.
Waarvoor is de commissie van beroep bedoeld?
De commissie is vanwege de nieuwe WWZ sinds 1 juli 2015 niet meer bevoegd te oordelen over ontslagzaken. Een werknemer kan dus niet meer in beroep bij deze commissie tegen het ontslagbesluit van het schoolbestuur. Wel kan hij in beroep gaan tegen andere bestuursbesluiten van de werkgever.
Voor wat betreft het primair onderwijs is de commissie bevoegd te oordelen over de in artikel 12.1 lid 1 cao PO genoemde besluiten van de werkgever over:
• een disciplinaire maatregel (met uitzondering van ontslag);
• schorsing als ordemaatregel;
• het direct of indirect onthouden van promotie;
• overplaatsing in het kader van de bestuursbenoeming;
• de beëindiging van een verlengd dienstverband voor bepaalde tijd;
• eenmalige inhouding periodieke verhoging en het niet toekennen van het schaaluitloopbedrag, als ook het onthouden van een periodieke verhoging op basis van het bekwaamheidsniveau (basis- of vakbekwaam).
Voor wat betreft het voortgezet onderwijs is de commissie bevoegd te oordelen over de in artikel 20 lid 1 cao VO genoemde besluiten van de werkgever over:
• een disciplinaire maatregel, met uitzondering van ontslag;
• schorsing;
• het direct of indirect onthouden van promotie;
• aanwijzing van een andere instelling of instellingen waaraan de werknemer werkzaamheden zal verrichten (overplaatsing);
• eenmalige inhouding periodieke verhoging.
Hoe werkt de beroepsprocedure?
De werkgever dient steeds bij bovengenoemde besluiten te vermelden dat de werknemer daartegen in beroep kan gaan. Hoe dat moet, leest u hier. De landelijke commissie heeft op 19 december haar reglement vastgesteld en bekendgemaakt. Daarin leest u precies hoe de procedure bij deze commissie in zijn werk gaat. Zo staat daarin vermeld waaraan het beroepschrift van de werknemer moet voldoen, hoe de werkgever daartegen in verweer kan komen en hoe de verdere behandeling zal verlopen binnen welke termijnen. De uitspraken van de commissie zijn voor beide partijen bindend.
Waar moet ik dan heen voor ontslagzaken?
Niet meer bij de commissie van beroep dus. In het nieuwe ontslagstelsel heeft de werkgever vooraf toestemming nodig om de arbeidsovereenkomst op te zeggen of te ontbinden. De werknemer kan daartegen dan wel niet meer in beroep gaan bij de commissie van beroep, maar daar staat tegenover dat er wel hoger beroep mogelijk is bij de rechter. Hier in het kort een overzicht waar u als werkgever terecht kunt bij een ontslag:
- Bedrijfseconomische redenen – UWV
- Langdurige ziekte – UWV
- Alle andere redenen, waaronder disfunctioneren en meningsverschillen – kantonrechter
- Identiteit: werknemer past niet meer bij de grondslag – Identiteitscommissie VGS of naar de rechter
Identiteitscommissie VGS
Nieuw is sinds 1 juli 2015 de VGS-identiteitscommissie voor identiteitsontslagzaken. De WWZ heeft mogelijk gemaakt deze commissie in te stellen en de VGS heeft dat voor haar scholen gedaan. Het bestuur hoeft bij ontslag vanwege identiteit niet naar de rechter of het UWV. Als de toestemming verleend wordt door de identiteitscommissie, is het ontslag rechtsgeldig. Dan moet de reden wel gelegen zijn: ‘in handelen of nalaten van de werknemer dat onverenigbaar is met de uit de godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag voortvloeiende identiteit van de desbetreffende school of instelling.’ Hoewel het bestuur ook de kantonrechter kan verzoeken een arbeidsovereenkomst te ontbinden, staat nu ook de weg open naar de identiteitscommissie. Dat laatste heeft wat de VGS betreft de voorkeur. Deze commissie uit eigen kring kan immers de gevoeligheden bij een identiteitsontslag het best wegen. De commissie wordt in stand gehouden door de VGS namens de werkgever en de RMU namens de werknemers.
Hier vindt u de meest actuele reglementen van de identiteitscommissie.