Geld en status
PvdA, GroenLinks en SP vinden dat er meer geïnvesteerd moet worden in het onderwijs om het salaris te verbeteren en de werkdruk te verminderen. De coalitie herhaalt voortdurend dat er al een forse zak geld naar het onderwijs gaat in deze kabinetsperiode. “Maar”, zegt Rog (CDA), “onderwijs is meer dan alleen salaris. Het onderwijs is een prachtsector om in te werken!” Dat moet meer benadrukt worden door positief te spreken over het beroep. Zo wil Van Meenen van D66 weer meer mannen voor de klas. “Ik kan het elke man aanbevelen”, vertelt hij uit eigen ervaring. “Het is een prachtvak. Leraar-zijn is leuk!”
"Het onderwijs is meer dan alleen salaris. Het onderwijs is een prachtsector om in te werken!"Michel Rog, CDA
Leraren moeten weer de ruimte krijgen om hun vak uit te oefenen, vinden PVV en SGP. Herstel de autonomie van de leerkracht, bepleit SGP-Kamerlid Bisschop. Dat kan door als overheid meer op afstand te gaan staan en de leerkrachten voor de klas het vertrouwen te geven dat zij het goede zullen doen. Op deze manier krijgt het beroep ook weer meer status. De gedachte is dat het dan ook aantrekkelijker wordt om leerkracht te zijn of te worden. En dat is hard nodig, volgens hen.
Lerarenregister
In het regeerakkoord stond al dat het lerarenregister ‘van, voor en door de leraren’ moest zijn. De minister heeft geconstateerd dat het eigenaarschap voor dit register niet in de sector gevoeld werd. Dat is de reden dat hij het verplichte register tijdens deze kabinetsperiode “in de ijskast” plaatst. Scholen zijn ook niet meer verplicht de gegevens van de leraren aan te leveren bij het DUO. Op vrijwillige basis kunnen leerkrachten nog wel deelnemen aan het register. “Laten we kijken wat er nu in het veld zelf gebeurt”, zegt de minister over het vervolg. Hij hoopt dat, net als in de zorg, docenten hun verantwoordelijkheid zien en regie nemen over hun eigen ontwikkeling.
De heer Bisschop vraagt zich af waarom het professioneel statuut nog wel verplicht blijft. “Op die manier wordt de positie van de leerkrachten ten opzichte van het bevoegd gezag goed geregeld”, zo zegt de minister. Ook het toepassen van strategisch HRM-beleid is volgens de minister van groot belang, omdat hij regelmatig ziet dat sommige scholen dit nog onvoldoende op orde hebben. Soms vertrekken leerkrachten weer uit het onderwijs, omdat ze geen vast contract kunnen krijgen of onvoldoende ontwikkelingsperspectief zien. Dat kan voorkomen worden, vindt hij.
"Er is een klein hoopvol teken, net als de duif die Noach de ark had uitgelaten en na enige tijd met een olijftakje terugkwam. Maar we zien nu nog vooral heel veel water."minister Arie Slob
Hoopvol teken
De situatie van het lerarentekort is nog altijd “heel ernstig”, zeggen de ministers. Wel is in het afgelopen jaar het aantal zij-instromers, instromers en herintreders in het onderwijs jaar zienderogen toegenomen. Meer mensen willen weer in het onderwijs werken. De minister vertelt dat er gemiddeld 11 procent meer instroom is op de pabo’s ten opzichte van een jaar geleden. Verder wordt er hard gewerkt om ook de ‘stille reserve’ in het onderwijs aan te spreken. “Er is dus ook positief nieuws te melden, maar het is slechts een klein hoopvol teken”, volgens minister Slob. “Als de duif die Noach de ark had uitgelaten en na enige tijd met een olijftakje terugkwam. Maar we zien nu nog vooral heel veel water.” Er is dus nog een hele lange weg te gaan.