VGS

Voor een interview met DRS Magazine staat De Leeuw meteen open. ‘Prima, kijk maar in mijn agenda wanneer dat past.’ En als puntje bij paaltje komt, geeft hij op vrijwel alle vragen meteen en omstandig antwoord. Maar over zijn diepste gevoelens praten? ‘Van mezelf ben ik best een gesloten boek. Het jezelf niet willen blootgeven omdat dat kwetsbaar is, zit mij ook af en toe fors in de weg.’ Desondanks oefent hij zich daar de laatste jaren bewust in. ‘Als je open bent, is het voor een ander makkelijker om op dat niveau aan te haken. Dat levert vaak veel op.’

Tegelijk staat De Leeuw open voor nieuwe dingen. Vanuit het bedrijfsleven stapte hij over naar het onderwijs. Die sector kende hij nauwelijks. ‘Ik voelde me een beetje als Pippi Langkous: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’ Dat pakte prima uit: ‘Het onderwijs heeft mijn hart gestolen.’

De klik was wederzijds. Collega’s loven zijn opgewektheid, vriendelijkheid en gedrevenheid. Vluchtigheid noemt de VGS-bestuurder een van zijn valkuilen. ‘Zeker als het drukker wordt, ben ik meer taak- dan mensgericht. Mijn vrouw weet – bij wijze van spreken – precies hoe het gaat met de poes van de buren van haar collega; dat heb ik absoluut niet.’ Verbindend vermogen heeft hij wel. ‘Vooral op de inhoud, op het samenbrengen van meningen. Mensen echt als mens proberen te zien, blijft voor mij een aandachtspunt.’

Pleinwacht

Gedetailleerde, vooropgezette plannen heeft De Leeuw doorgaans niet als hij ergens aan begint. ‘Werkendeweg vind ik vaak mijn draai.’ Daarbij volgt hij zijn intuïtie. ‘Gebaseerd op de overtuiging dat je als leider vooral het overzicht moet bewaren en mensen zó moet sturen dat je hun richting wijst én ze zoveel mogelijk vrijlaat in de uitvoering.’ Gezamenlijk eigenaarschap vindt hij namelijk belangrijk: dat elke collega vanuit zijn eigen rol het gemeenschappelijke doel dient. ‘De metafoor van de dirigent vind ik heel mooi: ieder is expert op zijn eigen instrument; ik houd vooral het samenspel in de gaten.’

De Leeuw laat zich voeden door de mensen met wie hij samenwerkt. En soms ook terugfluiten. ‘Al snel nadat ik als bestuurder in mijn vorige baan begonnen was, zei ik tegen mijn mt-leden: “Ik wil niet meer dat jullie pleinwacht lopen, daar zijn jullie veel te duur voor.” Daar kreeg ik flink tegengas op. Later heb ik mijn excuses aangeboden dat ik het überhaupt geopperd had: ze hadden gelijk dat je juist dán goed zicht hebt op de schoolgemeenschap.’

De bestuurder slaat niet graag met zijn vuist op tafel. ‘Als je via overtuigingen werkt, bereik je een mooier en beter resultaat.’ Wanneer hij weerstand merkt, ‘ben ik snel bereid terug te veren; dan wil ik voelen waar de haper zit.’ Als hij iets écht wil, zal hij evenwel proberen zijn doel te bereiken. ‘Is het niet via de ene, dan toch via de andere route.’

Warm bad

Zijn eigen levensweg werd door de Heere naar de VGS geleid. ‘Dat heb ik kennelijk zo ervaren, onder meer in de soepelheid waarmee de sollicitatieprocedure is doorlopen.’ Op zijn nieuwe post voelt De Leeuw zich ‘absoluut als een vis in het water.’ Verwonderd is hij over zijn welkome ontvangst door de achterban. ‘Dat heb ik ervaren als een warm bad.’ Daarnaast heeft het hem ‘positief verrast’ hoe stevig de VGS door haar leden wordt gedragen, ‘en hoe vitaal deze 104-jarige vereniging is.’

Dat alles maakt De Leeuw ‘wel eens een beetje verlegen.’ Zeker als hij zich realiseert welke verantwoordelijkheid zijn baan met zich meebrengt. ‘Die is – vanwege het staan in de frontlinie – erg groot. Dat drukte in de sollicitatiegesprekken zwaar op mijn nek.’

Tegelijk bepaalt hem dat extra sterk bij zijn afhankelijkheid van de Heere. ‘Als het vanzelf gaat, denk ik al snel dat ik het zelf wel kan. Het belangrijkste is dat we elke keer weer beginnen met gebed – en eindigen met gebed. Alles draait niet om mij, maar om Hém. De Heere is de Alfa én de Omega: Hij start met Zijn werk, zet het voort én voleindigt het.’

Pijnlijke schok

Bij de VGS wil De Leeuw ‘staan aan het front tussen maatschappij en gereformeerde gezindte.’ Om verbindingen te leggen tussen die werelden. Om van buiten naar binnen en vice versa te vertellen en te vertalen wat daar gebeurt, wie wij als christelijk-reformatorische scholen zijn en waar we voor staan. ‘De buitenwereld heeft vaak geen idee hoe wij leven, wat het betekent godsdienstig te zijn. Omgekeerd voelen velen in onze kring zich, ten onrechte, volkomen veilig in de zuil. Maar de wereld verandert sterk; dat gaat niet buiten ons om.’

Wat zijn plek zo pittig maakt? ‘Wij hebben niet zomaar een mening, maar dé Waarheid. Die geldt ook niet-gelovigen. Deze boodschap maakt ons niet populair: mensen willen dat niet horen. En toch moeten wij hun dat voorleven en uitleggen.’

Het raakt De Leeuw als de Bijbelse boodschap op verzet stuit. ‘Verstandelijk weet ik wel dat de positie van onze zuil en van christelijke scholen in onze samenleving is gemarginaliseerd, maar elke keer als je dat ervaart, geeft dat toch weer een pijnlijke schok.’ Hij laat zich daardoor niet uit het veld slaan. ‘Voor de reacties van derden ben ik niet verantwoordelijk; wel voor het werk waartoe ik geroepen ben.’

De VGS-bestuurder wil twee boodschappen uitdragen: ‘Eén: dat Gods Woord heilzaam is voor de héle samenleving. En twee: dat het voor onze democratische rechtstaat belangrijk is om burgers te hebben die goed gefundeerd zijn in Bijbelse waarden van waaruit ze participeren in de samenleving. Daarom moet er ruimte blijven voor onze minderheid.’ Dat verhaal wil hij niet alleen uitventen. ‘Elke school, misschien zelfs wel elke leerling, zou een soort ambassadeur van ons onderwijs moeten zijn. Om te beginnen in de buurt waar de school staat.’

Binnenkijken

Het geluid dat vanuit Den Haag klinkt over onderwijs, is volgens De Leeuw slechts de halve waarheid. ‘Veel politici hebben een mechanistische, economisch gedreven visie op onderwijs: we stoppen er zoveel miljoen aan subsidies in, dan gaan de resultaten wel omhoog. ‘Stop met dat maakbaarheidsdenken’, betoogt de VGS-bestuurder. ‘Geef juist aandacht aan het pedagogische proces in de klas. Essentieel is de relatie tussen leraar en leerling; die moet goed zijn.’

Maar er is meer, vervolgt hij. ‘Op school staan we niet alleen in relatie tot elkaar, maar eerst tot de Heere. Boven alles moeten we God liefhebben. Die boodschap onderscheidt ons.’

Aan zijn eigen achterban heeft de VGS-bestuurder tevens wat te vertellen. ‘Let op wat er buiten onze bubbel gebeurt. En zet de ramen en deuren open: onze leerlingen gaan de maatschappij in – de samenleving mag dan ook bij ons binnenkijken en -lopen. Mijn ideaal is dat we kinderen funderen in Gods Woord, zodat ze volwaardig kunnen functioneren in een seculariserende wereld.’

Door de jaren heen is hij ‘de opvoedende kant van ons onderwijs veel meer gaan waarderen.’ De voorbeeldrol van leraren en de vormingsmomenten op school ‘zijn goud waard.’ De opvoeding van de nieuwe generatie vergt wel een andere aanpak dan vroeger, stelt De Leeuw. ‘Laten we niet blijven steken in het overdragen van uiterlijke, sociologische normen alleen en in felle discussies over identitymarkers als Bijbelvertalingen en het dragen van broeken door meisjes – waarmee ik niet wil zeggen dat die onbelangrijk zijn. We moeten juist het wezenlijke gesprek voeren over de waarden achter onze normen, over ons binnenste in plaats van alleen over uiterlijkheden.’

Polarisatie

Van de VGS mogen scholen verwachten dat die met hen meedenkt over wat er van buiten en van binnen op de scholen afkomt en wat hun in het licht van de Bijbel te doen staat. ‘Denk dan bijvoorbeeld aan het oprukkende gelijkheidsdenken, polarisatie in eigen kring en technologische ontwikkelingen als AI.’

De VGS komt op veel scholen en kan daardoor goede praktijken en ervaringen helpen delen. ‘Ondertussen moeten wij zelf onze ogen en oren openhouden’, vindt De Leeuw. ‘Sluiten we goed aan bij de vragen en behoeften van onze leden? Ik hoop dat ze ons dat laten weten.’

Hoezeer de VGS van meerwaarde kan zijn, het échte werk gebeurt op school, haast De Leeuw zich te zeggen: ‘Uiteindelijk gebeurt het in de klas. Die notie zouden wij dagelijks bovenaan ons werkblad moeten schrijven voor we verder gaan.’

Jan-Willem de Leeuw

Gehuwd, vader van drie kinderen, opa van één kleinkind

  • 1995-2007: Verschillende managementfuncties in het bedrijfsleven (Hagé International, Cicero, VERIN)
  • 2007-2024: Voorzitter college van bestuur van Coöperatie ZWN met tien aangesloten scholen in de regio Zuidwest-Nederland
  • 2024-heden: College van bestuur VGS

Nevenfuncties:

  • 2002-2018: (Burger)raadslid voor de SGP in Alblasserdam, laatst als fractievoorzitter
  • 2019-heden: Lid 4 meicomité Alblasserdam
  • 2020-2024: Voorzitter bestuur Stichting voor Leermiddelenontwikkeling Reformatorisch Onderwijs
  • 2024-heden: Bestuurslid Seksueel Misbruik Reformatorische Kerken (SMRK)

Dit artikel is overgenomen uit de DRS Magazine van april 2025.