VGS

‘Dat vergrootglas moet echter uitgesloten zijn én blijven’, stellen VGS en VBSO namens de bij hen aangesloten kerkenraden en schoolbesturen in hun reactie op de internetconsultatie van de Wet toezicht informeel onderwijs.  

Met die wet wil het kabinet toezicht van de Onderwijsinspectie op informeel onderwijs aan kinderen van 4-17 jaar (zoals zondagscholen of de scouting) mogelijk maken als er signalen zijn dat dit onderwijs kinderen aanzet tot haat, geweld of discriminatie. Als blijkt dat dit inderdaad zo is, kan de minister van Onderwijs ingrijpen en in het uiterste geval verbieden dat het gewraakte onderwijs nog langer wordt gegeven. 

Vertrouwen op God 

Voor alle volwassen en kinderen in ons land is het goed om het christelijk geloof te leren kennen, aldus VGS en VBSO. ‘In het kennen van de Heere God door Zijn Zoon, de Heere Jezus, ligt alles wat we nodig hebben voor dit leven en daarna’ (Johannes 17:3). 

Kerken en organisaties in onze achterban bieden op grote schaal informeel onderwijs aan. ‘Onze vormingsactiviteiten zijn erop gericht de jongeren heen te wijzen naar een houding van God liefhebben boven alles en de naasten als onszelf’, licht VBSO-bestuurder Arno Bronkhorst toe. ‘Dat zorgt als het goed is niet voor een zich afkeren van die anderen, maar wel voor een zich onderscheiden van de medemensen met andere levensvisies. Een stevige verworteling in de eigen traditie helpt om vervolgens met beide benen in de samenleving te staan, niet beheerst door angst voor anderen, maar met een innerlijke basis voor liefde en vertrouwen naar anderen.’ 

Fijnmazig sleepnet 

Informeel onderwijs heeft ruimte nodig, stellen beide besturenorganisaties. ‘Elke poging om dit op moreel-inhoudelijk gebied juridisch in te kaderen is beperkend voor die ruimte, en daarmee inherent schadelijk voor de pedagogische waarde die het informeel onderwijs nu heeft.’ 

De overheid zou dat onderwijs dus geen strobreed in de weg moeten leggen, vinden VGS en VBSO. Toch dreigt dat nu wél te gebeuren. Er zijn namelijk vermoedens gerezen dat op bepaalde islamitische weekendscholen kinderen worden opgezet tegen onze samenleving. Om dat aan te pakken – en om daarbij niet op één godsdienst te focussen – wil het kabinet via genoemd wetsvoorstel toezicht kunnen houden op al het informele onderwijs (thuis uitgezonderd). 

VGS en VBSO plaatsen kritische kanttekeningen bij die reikwijdte: ‘Als de wet werkelijk gericht is op die enkele eventuele instituten waar kinderen worden aangemoedigd om in een democratie de wapens op te nemen of tegen bevolkingsgroepen geweld te gebruiken, dan is het een fijnmazig sleepnet in de hele oceaan op zoek naar een enkel wrak. Dan schiet het zijn doel enorm voorbij.’ 

Historische stap 

Het wetsvoorstel heeft niet alleen praktisch verstrekkende gevolgen, aldus VGS en VBSO, maar ook principieel. ‘We zien deze wet als een ernstige inbreuk op de grondrechten van godsdienst- en opvoedingsvrijheid.’ De overheid heeft zich nooit bemoeid met privé-opvattingen van mensen, maar zet nu de ‘historische stap’ om dat wel te gaan doen. ‘Dit voorstel vormt een breuk met de sinds 1848 vormgegeven scheiding van kerk en staat, en wel door het binnentreden van de staat in het domein van de kerk.’ 

‘Die scheiding van kerk en staat was oorspronkelijk bedoeld om de kerk los te maken van de staat’, aldus VGS-bestuurder Jan-Willem de Leeuw. ‘Ieder heeft haar eigen functie en rol. Maar nu moet de staat niet de omgekeerde weg gaan bewandelen.’ 

Het kabinet beroept zich daarnaast ten onrechte op artikel 23 van de Grondwet (over de onderwijsvrijheid) om toezicht op informeel onderwijs mogelijk te maken. De overheidszorg voor onderwijs geldt namelijk alleen het leerplichtige onderwijs, betogen VGS en VBSO, ‘om te waarborgen dat alle kinderen schoolonderwijs van vergelijkbare én van goede kwaliteit ontvangen.’ 

Levensvisie afdwingen 

Het kabinet trekt met dit wetsvoorstel een te grote broek aan. De regering veronderstelt namelijk dat de staat kan bepalen welke opvattingen in de opvoeding van kinderen acceptabel zijn en dat diezelfde staat inhoudelijke regels kan stellen aan vrijwillig en kerkelijk onderricht. Die aanname is ‘fundamenteel onjuist’, menen VGS en VBSO. ‘De moderne staat heeft geen zeggenschap over de gewetens en over de opvoeding en evenmin binnen gezinnen, kerken en religieuze instellingen en private maatschappelijke organisaties.’ 

Het is bepaald niet ondenkbaar dat de overheid zich met dit wetsvoorstel in de hand gaat bemoeien met godsdienstige opvattingen. De Bijbel spreekt bijvoorbeeld anders over seksuele diversiteit dan de meeste Nederlanders. ‘Kamerleden van VVD en D66 hebben daarover al aangegeven dat dit toezicht daar werk van zou kunnen maken. En ook daarmee laten zij het risico zien dat deze wet een instrument zou kunnen bieden om een andere levensvisie in de haarvaten van de samenleving af te dwingen.’ 

Kinderen beschermen 

Het wetsvoorstel toezicht op informeel onderwijs gaat ‘veel verder dan alleen de samenleving en de rechtsorde te beschermen tegen aanzetten tot geweld’, vervolgen VGS en VBSO. ‘Het doel is meer om kinderen te beschermen tegen schadelijke opvattingen. (…) Het voorstel opent de weg naar het mede reguleren van sociale opvattingen die kinderen worden bijgebracht en krijgt daarmee tevens inhoudelijk een oeverloze reikwijdte.’  

Daarbij raakt het voorstel niet alleen religieuze instellingen, ‘maar de rechtsstaat die voor elke Nederlander van belang is.’ Het alomvattende karakter van de wet wekt namelijk de suggestie van wantrouwen en angst richting burgers vanuit de overheid, ‘juist in een tijd waarin het een zorg is vanuit de overheid hoe het vertrouwen van de burgers in haar weer kan worden vergroot.’ Ontspannen informeel onderwijs geven is er niet meer bij: de inspectie kan zomaar – zelfs op grond van een anonieme tip – langskomen om jouw opvattingen onder de loep te nemen. 

Dat kliksysteem in de wet kan ook nog eens tot onderling wantrouwen bij burgers leiden: het is voor iedereen straks relatief eenvoudig om een kerk of vrijwilligersorganisatie via een melding verdacht te maken.  

Niet uitvoerbaar 

VGS en VBSO zien werkelijk niets goeds aan dit voorstel. Ook de Onderwijsinspectie – die het toezicht moet gaan uitvoeren – acht die taak niet uitvoerbaar. Duizenden mensen en instellingen hebben zich via de internetconsultatie inmiddels tegen de wet uitgesproken – waaronder de RMU en de ROV. We roepen u op dat (voor 7 januari) ook te doen. Daarnaast kunt u de petitie tegen het toezicht tekenen. 

Verder lezen? Zie ook: